veming tot het Koninklijk Kamergerecht gewend heeft in een beroepsprocedure. Dat was voor een vrijschepen echter een dodelij ke fout want door de eed absoluut niet toege staan. Andries liet een weduwe, Bele, en vier dochters achter. Voor zover bekend is dit het enige geval on der de 'Nederlandse' veemgerechtszaken dat zo'n radicale afloop heeft gehad. Meestal ein digden de zaken, ook na verveming, met een vergoeding of tegemoetkoming, soms met verbanning of - na soms jarenlang slepende processen - met de natuurlijke dood van de aanklager of de aangeklaagde. Erfeniskwestie of meer Bij veel van de 'Nederlandse' veemrechtsza ken die overgeleverd zijn, is de inhoud van het proces niet bekend. Bij die zaken waar er wel iets van bekend is, gaat het vaak om vermogens- en erfeniskwesties, schulden die niet afgelost zijn enzovoorts waarbij de gedupeerde zijn recht niet voldoende in de betreffende stad kon halen. Bij de zaak Ter Brake-Iseren zou zo'n soort kwestie wel de eerste aanleiding kunnen zijn geweest, maar daar moeten - gezien de zeer ongelijke socia le achtergrond van de aangeklaagden - toch nog extra omstandigheden bijgekomen zijn. Wellicht was het niet nakomen van een be lofte, een omstandigheid die door de veem gerechten hoog opgenomen werd, de aanlei ding voor de aanklacht. Onduidelijk is welke rol de vreemde opvolging in belening tussen de neven Ter Brake, vijf jaar eerder, hierbij heeft gespeeld. Literatuur: - J. Kossmann-Putto, Het heimelijk gerecht, Hilver sum 1993. - JJ.S. Sloet en J.S. van Veen, Register op de Leen- aktenboeken Gelre en Zutphen, Kwartier Zutphen, Arnhem 1917. - R.W. Tadama, Geschiedenis van het veemgerigt en van het latere Duitsche Rin hunne betrekking tot Nederland, Leiden 1857. Noten en bronnen: 1 Ten tijde van de beschreven veemgerechtszaak regeerde koning Frederik III van Habsburg, die in 1452 tot keizer gekroond werd. 2 Verveming: buiten de bescherming van de wet stellen, vogelvrij verklaren, blootstellen aan ieders vervolging (Van Dale). In de praktijk had de uitspraak van verveming vooral een voorwaardelijk karakter, waarna de betrof- fene(n) meestal gauw probeerde(n) alsnog genoegdoening te verschaffen of een tegen- aanklacht in te dienen. Verveming gold als ultiem dreigmiddel. Op deze wijze bezaten de veemgerechten een autoriteit en rechtsmacht die het Koninklijk Hofgerecht op dat moment miste. De hier genoemde uitspraak was van de vrijstoel te Wettringen van de graaf van Stein- furt. 3 J.M. van Winter, Ministerialiteit en Ridderschap in Gelre en Zutphen, Arnhem 1962. 4 W.F.M. Ahoud, Beschrijving Oud-rechterlijk ar chief Zutphen (1389-1811), Regionaal Archief Zutphen, Toegang: 0010, p.12. 5 Diederik Rijs, "Warnsveld in de riddertijd. Een burchtheuvel op het goed Ter Brake", in: Zutphen, Tijdschrift over de historie van Zutphen en omgeving 2016-1, p.16-20. 6 Directe executie door een veemgerecht vond traditioneel plaats door ophanging aan een boom aan een strop van gevlochten wilgente nen. 7 Het Koninklijk Kamergerecht was eigenlijk het hoogste gerecht, direct onder de koning, maar het functioneerde niet goed. Het hield bijv. alleen zitting waar de koning zich bevond en die was voortdurend door het uitgestrekte rijk op reis. Het had ook - mede hierdoor - onvoldoende macht om zijn oordeel door te zetten. Vanuit praktische overwegingen waren daarom de Westfaalse veemgerechten vanaf de 14e eeuw direct onder de koning geplaatst en stonden daarmee praktisch gezien op gelijk niveau als het Koninklijk Kamergerecht. 8 Kossmann-Putto, Het heimelijk gerecht, Hilversum 1993, p. 106. 104 Zutphen - 2016/4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2016 | | pagina 8