Literatuur
- J. de Graaf, 'De Zutphense scherprechter en
diens executies', in: Bijdragen en Mededelingen
van de Vereniging Gelre 52 (1952), p.143-169.
- Cornelis R.H. Snijder, 'Philipp van Gorcum
(Gercken), een aanstelling als beul te Zut-
phen, 1658-1670', in: tijdschrift voor de
historie van Zutphen en omgeving 16 (1997),
p. 25-35.
- Cornelis R.H. Snijder, 'Gercken (Van Gor
cum), eine Neheimer Scharfrichterfamilie in
den Niederlanden', in: An Möhne, Röhr und
Ruhr 11 (1998), p. 25-37.
- Cornelis R.H. Snijder, 'Anna Catharina Snijder
1738-1803, scherprechter [te Zutphen]', in:
Biografisch Woordenboek Gelderland 2 (Hilversum
2000), p. 96-98.
- Cornelis R.H. Snijder, 'Het scherprechters-
geslacht Pruijm/Pfraum, ook Prom/Praum/
Sprong genoemd', deel 1: Meester Hans
Pruijm, 'executeur' van Johan van Oldenbar-
nevelt, in: Gens Nostra 69 (2014), p. 488-500;
Idem, deel 2: Het nageslacht van Meester Hans
Pruijm, in: Gens Nostra 70 (2015), p. 14-23.
- Cornelis R.H. Snijder,'Anna van Gelder,
scherprechter ('beulse') te Kampen 1711
1720', in: Kamper Almanak (2015), p. 123-136.
Noten
1 Provoost: een gerechtelijk ambtenaar, verge
lijkbaar met de schout.
2 Het Utrechts Archief (HUA), Stadsarchief II
Utrecht (toegangsnr. 702-7), inv.nr. 3257-3,
28 dec. 1604.
3 Lène Dresen-Coenders, Het verbond van heks en
duivel (Baarn 1983), p. 221; Voor het jaar 1593
geeft Die Limburger Chronik des Johannes Mechtel
(ed. Carl Knetsch, Wiesbaden, 1909) aan, dat
in het Ambt Montabaur 'wegen Zauberei' wel
zeker 'an die 30 weiher verbrent'zijn.
4 Zie noot 2.
5 RAZ, OAZ 8, ongefol., 31 dec. 1628 (rekest);
Idem, 23 jan. 1629 (aanstelling); Idem, 30 jan.
1630 ('pillegaeve'); Idem, OAZ 9, ongefol.,
24 aug. 1636 ('kranck ande peste').
6 De weduwe Elsken Snijder-Möller neemt het
scherprechtersambt tijdelijk waar. Zij hertrouw
de in Zutphen 30 jan. 1657 met de opvolger
van haar overleden man.
7 Snijder (1997), p. 25-35; Snijder (1998),
p. 25-37.
8 Zie hier: Stadtarchiv Emden, Bestell-Nr.: I, inv.
nr. 805, fol. 20, 6/16 april 1669.
9 Nadien scherprechter te Zwolle 1670-1674.
10 Tegelijkertijd stadsscherprechter te Arnhem
1694-1705.
11 Snijder (2000), p. 96-98; Snijder (2015),
p. 132.
12 Voor de volledige weergave zie: Snijder (2014),
p. 493-495.
13 Gelders Archief, Arnhem, Hof van Gelre (toe-
gangsnr. 0124), inv.nr. 933, 8 dec. 1595.
14 RAZ, OAZ 1156a, fol. 45v, 46v en 47.
15 RAZ, OAZ 3, ongefol., 4 febr. 1596; Historisch
Centrum Overijssel te Zwolle, Staten van
Overijssel (toegangsnr. 003.1), inv.nr. 606, Re
soluties van de Gedeputeerden, 14 jan. 1754.
16 RAZ, OAZ 3, ongefol., 26 maart 1596; Idem,
OAZ 1156a, fol. 51, 28 maart 1596; De Graaf
(1952), p. 154.
17 Vim is een oude maat voor ongedorst graan,
stro, hooi of riet, een vim is ca. 100 of 104
schoven.
18 RAZ, OAZ 1467, fol. 95, 9 mei 1597; Idem, fol.
107, 7 mei 1604.
19 RAZ, OAZ 1162, fol. 34v, 30 aug. 1601.
20 RAZ, OAZ 5, ongefol., 19 juni 1605; RAZ,
OAZ 1166a, fol. 31, 23 juni 1605 ('M[eester]
Hansse genomen tot Scherprichter'); RAZ,
OAZ 1166b, ongefol., 23 juni 1605 (Mr. Hans
aengenomen tot ScherpRichter); Zie ook: De
Graaf (1952), p.146 en 150.
21 HUA, toeg. 702-7, Stadsarchief II Utrecht, inv.
nr. 2244-3, Criminele Stukken 1577-1690,
12 juli 1614.
22 Zie ook: Snijder (2014), p. 495-497.
23 Een veldscheerder was een specifieke functie
in het Staatse Leger. In de 17e eeuw had elk
vendel er wel één in dienst. Hij was de chirur
gijn-barbier, die tevens ook de soldaten schoor
en de haren knipte.
24 G. van Hasselt, Arnhemsche Oudheden,
II. deel, Arnhem 1804, p. 157; B. Mourik (ed.),
Staatkundige Historie van Holland, Amsterdam
1775, 38e deel, p. 33.
25 Snijder (2014), p. 492-493.
Zutphen - 2016/4 111