Het (waarschijnlijke) beulszwaard waarmee Van Oldenbarnevelt in 1619 door Mr. Hans Pruijm onthalst werd. Het zwaard draagt de navolgende inscriptie: 'Stok oude schuldeloze Helt/ Rampzalige Oldenbarnevelt/ Dit zwaart sloeg door uw hals den Staat/ Een diepe wonde in zijnen Raadt/ Toen op het Haagse moortschavot/ Uw dierbaar leven wierd geknot'.23 (Rijksmuseum, Amsterdam) middelpunt van een politiek showproces, dat enkel met zijn dood kon eindigen. Hij wei gerde om genade te vragen, hij voelde zich onschuldig. Op 12 mei 1619 werd Van Oldenbarnevelt tot eigen verbazing, op gezag van de generali teitsrechtbank, wegens land- en hoogverraad ter dood veroordeeld. De volgende dag al zou Johan van Oldenbarnevelt op het Haagse Bin nenhof 'met den Swaerde ter doodt geexecuteert' worden. Op deze dag ging hij 's-morgens om negen uur, tussen twee predikanten in en on dersteund door zijn dienaar Jan Franken, op weg naar het schavot. Mr. Hans Pruijm, de oud-scherprechter van Zutphen (dan van Utrecht), volgde hen dis creet. De stoet hield stil bij de uitgang van de Ridderzaal. Steunend op zijn beroemde wandelstokje betrad de trotse en bejaarde po liticus het tegen de zaal opgetrokken schavot. Hij keek naar de hemel en zei: 'o God! Wat komt'er van de mens'. Wijzend op scherprech ter Mr. Hans Pruijm 'die daer veerdich stondt' riep hij: 'dat die niet aan mij kome',24 Dan eerst richtte Van Oldenbarnevelt zich tot het mas saal toegestroomde publiek met de woorden: 'Mannen, geloof niet dat ik een landverrader ben; ik heb eerlijk en vroom gehandeld als een goede pa triot, en zo zal ik sterven'. Hierop trok hij zijn fluwelen muts voor zijn ogen. Omstreeks half tien, neergeknield voor een hoop zand, sprak hij biddend: 'Heere, zyt mij uwen armen zondaar genadig!'. En sprak dan met zijn laatste woorden: 'Maak het kort, maak het kort'. Lang werd aangenomen dat Van Oldenbarnevelt deze woorden tegen scher prechter Hans Pruijm sprak, maar waarschijn lijk waren ze bedoeld voor zijn trouwe knecht Jan Franken, die afscheid wilde nemen. Dan volgde een snelle zwaardslag. Van Oldenbar- nevelts hoofd viel in het zand, met nog enkele stukjes van zijn vingers. Neergeknield had hij namelijk al biddende zijn handen omhoogge houden! 110 ^utphen - 2016/4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2016 | | pagina 14