naar een litteken aan het hoofd te zoeken! Het aantal van 75 verbrande heksen in Montabaur lijkt aan de hoge kant, maar komt volledig overeen met eerdere publicaties hier over. In het hertogdom Luxemburg dat ook onder het bisdom Trier viel, vonden zelfs tien maal zoveel heksenprocessen plaats als in het gedeelte dat onder het bisdom Luik viel.3 'Hans Praum tot Scharprichter angenaamen mits dat hem vanden gewaldigen Prouest accordirt is zeckere Maandtlicke gagie, waar too vander stadt weegen hem eene woninge vund die tgewoentlike salaris gelaauet. Dat ook t'bearbeiden sall werden van den Heren tot sijn behoff t'erholden tgeene van oolts doar too behoret gehoret. Waar tegens hij verbonden sall sijn t'exercutiren het beueell ee- nes Ers[ame] Raadts int suuveren der straaten, vnd t'driuen der varken van deselve. Sonder ook too muegen vuit die stadt reisen sonder verloff eenes van onse Ers[amen]. Vnd is voorts tot besteedi- gungh desselven Scharprichters publicatie geschiet.' De familienaam Pruijm is de Nederlandse ver bastering van de Duitse naam Pfraum. Onder deze laatste naam waren er in de Palts meer dere scherprechters werkzaam. Bekend is dat leden van deze familie in de tweede helft van de zestiende eeuw nauw betrokken waren bij de vele heksenproces sen aldaar. In Nederland wa ren leden van deze familie onder meer als scherp rechter werkzaam in Zutphen, Utrecht, Dord recht, Kampen, Zwolle en Breda. Ook onze mr. Hans Pruijm is afkomstig uit de Palts. Hij is geboortig [ca. 1560-1565] uit Meisen- heim in het toenmalige hertogdom Palts-Zwei- Laat-middeleeuwse scherprechter, miniatuur uit:Werner Rolevinck, Fasciculus Temporum, 1472. (Bibliotheek Arnhem) brücken. Dit blijkt onder meer uit zijn eigen woorden bij het afleggen van zijn scherprech- terseed op 28 december 1604 in Utrecht: 'Heeft Hans Pruym, gebooren van Meysenheim int Hertochdom van Swyburch [Zweibrücken] als scerprechter zijn eedt gedaen, ende verclaert da hij die Magistraet zal respecteren ende obedieren alst behoort'.4 De benoeming van mr. Hans Pruijm op 17 november 1595 als scherprechter te Zutphen sluit dus naadloos aan op het einde van de heksenprocessen in het bisdom Trier (zie hierboven). Na afloop van deze heksenpro cessen [1595] kwam Pruijm mogelijk recht streeks naar Zutphen en diende de stad ne gen jaar als stadsscherprechter (zie de lijst met scherprechters). Vervolgens maakte hij eind 1604 promotie en vertrok naar Utrecht, alwaar hij zijn belangrijke benoeming als scherprechter voor het Hof van Utrecht ver kreeg. 'Meester Hans Praum scharprechter' woonde in Zutphen in een op de stadsmuur gelegen woning, de zogenaamde 'bodels- toren' (de beulstoren) bij Het Henrickshuis. Hij was de laatste scherprechter die daar woonde, want kort na zijn vertrek uit Zut- phen werd deze toren afgebroken. In de resoluties en stadsrekeningen van de stad Zutphen figureert Pruijm veelvul dig als stadsscherprechter. In dit verband kunnen we helaas niet op alle inschrijvingen ingaan.12 Toch noemen we enkele vermeldingen: Op 8 december 1595 verzoekt de 'Ridder schap und Steden der Graeffschap Zutphen' in een missive aan het Hof van Gelre om de officie ren van de Graafschap te gelasten om zich weer als van ouds 'in t onderholt des 106 ^utphen - 2016/4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2016 | | pagina 10