geland. Jeffreys mocht niemand aan boord
nemen die daar niet hoorde en onderweg
geen havens aandoen, tenzij absoluut nood
zakelijk. Kennelijk heeft de luitenant de op
dracht niet goed gelezen, want volgens de
gouverneur had hij een fraudeur met grote
schulden, een aantal ontsnapte gevangenen
en een grote hoeveelheid drank aan boord.
De drank zou in Hobart, de hoofdstad van
Van Diemensland, zoals Tasmanië toen heet
te, zijn verkocht. Tijdens zijn verblijf in Ho-
bart maakte Jeffreys de schets die bij dit arti
kel is afgebeeld.
Na terugkeer in Engeland lukte het Jeffreys
zijn verhaal over de ontdekking van de nieuwe
route door het Great Barrier Reef geplaatst
te krijgen in vooraanstaande kranten.22 Mede
dankzij de nadruk op zijn zeemanschap werd
hij niet uit het korps van zeeofficieren gezet.
Als beloning voor zijn diensten kreeg hij zelfs
een stuk land van ruim tweehonderd hectare
in Noord- Tasmanië.23
Tijdens zijn verblijf in Engeland bereidde
hij de publicatie voor van een boek over Tas-
manië dat in 1820 werd uitgegeven. Jeffreys
was toen met zijn vrouw en een neefje weer
naar Australië vertrokken.24 In 1822 bleek
de tekst van het boek dat onder zijn naam
was verschenen grotendeels ontleend aan
de aantekeningen van een van de passagiers
die hij naar Engeland had meegenomen. De
overstap van zeebouwer, een in de Republiek
in de 18de eeuw gebruikelijke benaming voor
een zeevarende, naar landbouwer was niet
geheel een succes. De eerste tegenslag kwam
toen zijn huis met een schat aan boeken en
objecten, die hij tijdens zijn reizen had ver
zameld, afbrandde. Daarna begon hij met de
bouw van een groter huis maar stierf in 1826
voordat het was voltooid.
De naam van Charles Jeffreys wordt nog
steeds in verband gebracht met een bijdrage
die hij zou hebben geleverd aan de ontwik-
keling van de Australische eetcultuur. In de
vroege igde eeuw was het eenpansgerecht de
'steamer' heel gangbaar in Australië. Volgens
historica Barbara Santich schreef Jeffreys in
1820 als eerste een recept. Het praktische en
eenvoudige gerecht werd onder alle klassen
gegeten omdat kangoeroe - en gezouten var
kensvlees goedkope alternatieven waren voor
rundvlees.25
Conclusie
Charles Jeffreys was - voor zover bekend - de
enige Britse krijgsgevangene die enige tijd in
Zutphen heeft doorgebracht. Britse marine
officieren verbleven ook in Gorinchem, Delft,
Harlingen en Woerden.
Op basis van de feiten en de beschikbare li
teratuur over het garnizoen in Zutphen kun
nen we alleen gissen over zijn belevenissen
daar. Dankzij een aantal min of meer toevalli
ge vondsten kon de loopbaan van deze Britse
marineofficier worden gereconstrueerd. Die
verliep niet onberispelijk. De wonderlijke en
onvoorspelbare lotgevallen tijdens en na de
lange serie van oorlogen die Groot-Brittan-
nië tussen 1792 en 1815 voerde, illustreren
de avontuurlijke kant van iedere oorlog. Een
van zijn biografen vraagt zich af of Jeffreys
de laatste boekanier was. De vraag stellen is
hem beantwoorden. Jeffreys was zeker niet
de laatste boekanier. Hij werd opgeleid in de
chaotische periode van de Napoleontische
oorlogen, waarin zowel aan Britse als aan Ne
derlandse kant de oorlogvoering ter zee een
schemergebied was, dat vaak leek op kaperij.
Uit zijn biografie wordt duidelijk dat Jeffreys
een man was die het avontuur niet schuwde
en handig genoeg was zich staande te hou
den. Zijn levensloop is in veel opzichten ver
gelijkbaar met die van Nederlandse marine
officieren die in dezelfde tijd actief waren en
waarover prachtige verhalen kunnen worden
verteld.26
Hoe jammer het ook is dat het verblijf van
72 Zutphen - 2016/3