Charles Jeffreys: Tekening van Hobart, 1817.
(Tasmanian Archive and Heritage Office)
Zoals gebruikelijk in die tijd, werden de offi
cieren veel beter behandeld dan de overige
bemanningsleden.5
Op 5 december werden de Britse luitenants
uitgewisseld tegen twee Bataafse luitenants
die in Engeland verbleven. De jonge Charles
Jeffreys was dus de enige krijgsgevangene die
kort na kerstmis 1803 in Zutphen arriveerde
en door de hellebaardier Klein uit Rotterdam
werd overgedragen aan de plaatsmajoor van
de stad. Tijdens de duur van zijn krijgsge
vangenschap betaalde de Bataafse regering
hem wekelijks de helft van zijn gebruikelijke
gage. Jeffreys overhandigde het bestuur van
Zutphen twee afschriften van de verklaring
waarin hij zijn woord van eer gaf dat hij tot
zijn uitwisseling in Zutphen zou blijven en
zich tweemaal per week melden bij de com
mandant van het garnizoen. De raad van Zut-
phen moest erop toezien dat Jeffreys in de
logementen geen krediet kreeg.6 Op 21 de-
cember liet de raad van Zutphen de Raad der
Marine weten dat zijJeffreys 48 stuivers of iets
meer dan 2,- per week zou betalen.7
Een kort verblijf
Waar woonde Jeffreys tijdens zijn verblijf in
Zutphen? Waarschijnlijk werd hij onder
gebracht in een kostgezin. Dat was op dat
moment geen probleem. Sinds 1795 was de
Artillerie- en Genieschool in Zutphen geves
tigd en enkele tientallen kadetten waren in
de kost bij burgers van Zutphen die op die
manier een centje bijverdienden.8 Uiteraard
zal Jeffreys een voorkeur hebben gehad voor
een gezin waarin een beetje Engels werd
gesproken maar dat was in die tijd juist wel
een probleem. Als men een woordje over de
grens sprak, was dat meestal Frans of Duits.
Als Engelse taalmeester was James Day aan
de Artillerie - en Genieschool verbonden;
Jeffreys zou bij hem onderdak gevonden kun
nen hebben.9 Helaas is niets bekend over de
manier waarop Charles Jeffreys zijn dagen
in Zutphen doorbracht. Welllicht maakte hij
^utphen - 2016/3 69