Brandstapels op weg langs
woonwagenkamp
Protest tegen vuil, modder en slechte
accommodatie
monteur, hoewel het maar sporadisch voor
komt dat zij de vereiste diploma's bezitten. In
Nederland komen zij dan vaak in een ander
beroep terecht dan dat zij voordien hebben
uitgeoefend. Wanneer zij vanuit hun op
vangcentrum worden overgeplaatst, wordt
er zoveel mogelijk rekening gehouden met
beroep en godsdienst. Zo zal een katholiek
niet in Friesland worden geplaatst en iemand
met een boekhouddiploma bij voorkeur niet
in een agrarisch gebied. Tussen hun nieuwe
landgenoten voelen de uit Indonesië afkom
stige families zich al heel gauw thuis.
Voedsel een probleem
Over het algemeen weten zij zich goed aan te
passen aan onze leefgewoonten, die zo sterk
verschillen van de leefwijze in Indonesië. Al
leen het voedsel vormt voor het merendeel
een onoverkomelijk probleem. Ze kunnen
maar moeilijk wennen aan de Nederlandse
kost en dikwijls kopen zij rijst, wanneer zij die
niet uit de centrale keuken van het contract
pension Nuova eten.
Voor voedsel, huur, gas, water en licht be
talen de spijtoptanten in het pension 60
procent van hun loon, zodat zij 40 procent
schoon overhouden. Ieder gezin krijgt een
gaskomfoortje, waarop koffie en thee kunnen
worden gezet, maar dikwijls worden er hele
rijsttafels op klaargemaakt.
Ondanks de aanpassingsmoeilijkheden
slagen de kinderen er meestal in om hier in
dezelfde klas, waarin zij in Indonesië zaten,
over te gaan. De taal vormt soms een handi
cap, omdat de jongeren uitsluitend Maleis
spreken.
De spijtoptanten bezitten het fatalisme van
het Aziatisch ras, waardoor zij zich snel kun
nen aanpassen, maar zich ook heel moeilijk
uiten. Zij zijn beslist niet lui. Sommigen sla
gen er in al binnen drie weken na aankomst
werk te vinden. Als arbeidskrachten worden
zij vrijwel overal zeer gewaardeerd.
Ondanks de grote verschillen in ras is er
geen sprake van strubbelingen tussen de ver
schillende bevolkingsgroepen. Ook de kinde
ren kunnen uitstekend met elkaar overweg.
'Restanten'
De groepen die nu nog in Zutphen aanko
men, vormen de laatste restanten van de
grote uittocht uit Indonesië sinds de soeve-
reintietsoverdracht. Oorspronkelijk werden
zij vanuit Amsterdam over het hele land 'ge
distribueerd'. Toen in 1957 en '58 de massale
uittocht begon, werden de mensen opgevan
gen in Budel. Sinds juli 1965 is Zutphen het
enige opvangcentrum. 3600 mensen uit een
'andere wereld' hebben vanuit Zutphen een
nieuw bestaan opgebouwd.
Door dit stukje sociale arbeid doet Neder
land iets terug voor het vele werk dat de In
donesiërs voor onze lang niet gemakkelijke
voorouders hebben verricht.
6 september 1966 - Op de Weg naar Vierak-
ker - nabij het Zutphense woonwagenkamp -
laaiden maandagavond de vlammen van een
tweetal brandstapels hoog op. Het vuur mar
keerde een weggedeelte, waarop de kamp
bewoners een grote hoeveelheid oud roest,
matrassen, autobanden en andere afvalstof
fen hadden gedeponeerd. En wel uit protest
tegen de vervuiling, de modder en de slechte
accommodatie in het kamp. "Als de gemeente
niet meteen ingrijpt, rijden we met al onze wa
gens naar de stad," aldus de bewoners.
De grieven van de mensen, die met hun
woonwagens domicilie hebben aan de
Weg naar Vierakker, zijn legio. "Meneer, er
staan hier twintig wagens met in totaal zo'n
^utphen - 2016/3 89