bekend. De oudste (1823/1) dateert van 24 februari 1441 (int jair onss heren dusent vierhun- dert eenendeviertich op sant Mathias dach aposto- li). Hierin verschaft de bisschop van Utrecht een vrijgeleide voor de afgevaardigden van de vier hoofdsteden en de kleine steden van Gelre om naar de dagvaart3 te Lübeck te gaan. Maar Lübeck was niet de enige ver gaderplaats. De Hanze was op een gegeven moment dermate uitgebreid dat het gebied van de stedenbond werd opgedeeld in drie delen. Zutphen hoorde tot het deel van Keu len; dat is uit talloze bronnen bekend. Dan is het aardig een geleidebrief te vinden, die hier mee te maken heeft (1843/2). In 1518 verschafte de hertog van Kleef een vrijgelei de aan de afgevaardigden van de Hanzeste den van het dardendeel van Keulen voor een dagvaart te Emmerich. Maar echt bijzonder is een reeks brieven uit april en mei 1540 over de Hanzedag te Lübeck (1824/1-6)Die zijn afkomstig van de koning van Denemar- Geld uit de Hanzetijd (1410-1412), munten, in 1985 gevonden bij de Schupstoel in Zutphen. (Stedelijk Museum Zutphen) ken, de aartsbisschop van Bremen, de graaf van Bentheim, de bisschop van Munster en de stadhouder-generaal van keizer Karel V in Friesland, Overijssel en Groningen; dat was toen allemaal buitenland. Niet alleen geeft deze verscheidenheid een beeld van de com plexiteit indertijd; het was een lappendeken en allegaartje van grotere en kleinere graaf schappen, bisdommen, heerlijkheden en wat niet al. Men had echt niet genoeg aan één geleidebrief. Als we ons realiseren dat er tevo ren onderhandeld moet zijn -en dat ging niet per telefoon- moet duidelijk worden dat er zich tevoren heel wat activiteiten hebben af gespeeld. Heel duidelijk blijkt dit uit de brief van de graaf van Bentheim (1824/3). Ook in andere opzichten is dit een mooi voorbeeld van een geleidebrief. Wy Arndt grave toe Ben- them doen kundt unnd bekennen hyrmede oppentlich, dath wy upp schrifftlich ansokenn unde begeren de erbern ersamen unde voersichtigen borgermesteren, scheppenen unnd rhaidt der stede Nymegenn, Ruremunde, Sutphen unde Arnhem de se upp negstkomende trinitatis nha Lubeke to des hensendages schicken unnd afferdigenn wer den to twelff personen unnse vrije stracke geleide unnd velicheitt in unnd dorch unnse graeff- schappen unnd lande der herlicheiden unnd gebei de Of, ietwat ingekort: Wij, Arndt, graaf van Bentheim laten weten dat we op schrif telijk verzoek van de besturen van Nijmegen, Roermond, Zutphen en Arnhem voor de eerstvolgende hanzedag vrijgeleide en veilig heid garanderen voor maximaal twaalf perso nen. Ook illustreert deze brief de volgens ons overvloedige herhalingen. Verderop staat dat de heren mit oren lyve, have unnd gudern, vrigh, velich, unverhindert, ungelettet unnd unbeschedigt mogen treckennen unnd passeren. Daartoe wor den in dezelfde brief al zijn ambtenaren en 'onderzaten' bevolen hier aan mee te werken: Unde bevelen darupp allen unnsen amptluden, drostenn renthemesternn, richtern, vageden unnd allen andern unsen bevelhebbern unnd undersar- 76 ^utphen - 2016/3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2016 | | pagina 12