certzaal gebruikt konden worden, en enkele ruimtes in de Rechtbank.16 Veel te weinig om alle schutters onderdak te brengen. Om de druk enigszins te verlichten stemde kolonel T.C.C. Veeren, de speciaal wegens de mobilisatie benoemde militaire comman dant van Zutphen, in met de verplaatsing van één bataljon - ongeveer 900 schutters - naar Doesburg.17 Desondanks viel inkwartiering bij burgers niet te vermijden. Om de inwoners nog verder te ontlasten liet de gemeente bij de Landsstallingen op de Paardenwal een houten loods optrekken voorzien van fornui zen en kookgerei waar de schutters zelf hun potje konden koken.18 De eerste maanden van 1831 bleven de schutters van het Gelderse platteland toe stromen. Compagnie na compagnie werd in Zutphen geformeerd en vervolgens richting zuidelijke grens gedirigeerd. Daar werden de schutterscompagnieën ingedeeld bij het regu liere leger en getraind voor de komende veld tocht. De schutters bleken moeilijk in het ga reel te houden. Baldadigheid, drankmisbruik en insubordinatie waren aan de orde van de dag. Honderden schutters deserteerden. Gelderse schutters in de Tiendaagse Veldtocht In juli 1831 achtte het oppercommando het leger sterk genoeg om tot de aanval over te gaan. Koning Willem i kon alsnog zijn gram halen. Op 2 augustus trok het Nederlandse le ger met vier divisies België binnen. Drie batal jons Gelderse schutters maakten deel uit van dit aanvalsleger. Bij de 1 e Divisie diende een bataljon plattelandsschutters uit de omgeving van Arnhem onder commando van majoor J.H. graaf van Rechteren. Het bataljon van majoor Schimmelpenninck van der Oye met schutters afkomstig van de noordoostelijke Veluwe diende bij de 2e Divisie. De rol van beide bataljons in de veldtocht zou beschei den blijven. De 4e Divisie onder commando van luitenant-generaal G.M. Cort Heyligers, moest de linkerflank van de operatie dekken. Deze divisie was uitsluitend samengesteld uit schuttersbataljons. De legerleiding sprak van reservedivisie, vermoedelijk omdat men de gevechtskracht niet hoog aansloeg.19 Gek genoeg was hetjuist deze reservedivisie die de zwaarste gevechten leverde. Op 5 au gustus was er vuurcontact bij Hechtel met een Belgische eenheid, die zich snel terugtrok. De volgende dag stootten de troepen van Cort Heyligers volkomen onverwacht bij Helchte- ren en Houthalen op de hoofdmacht van het Belgische Maasleger, dat op de Winterslagse Heide in slagorde stond opgesteld. Aan beide zijden was de verrassing compleet. Hoewel de vijand tweemaal zo sterk was, koos Cort Hey- ligers voor het offensief. Noordhollandse en Friese schutters zetten als eersten de aanval in. Ook in de voorste linie stond het Gelder se bataljon onder commando van majoor Lulofs, met de Zutphense keurcompagnie in Moa-siiAi,111 Situatieschets van het gevecht bij Houthalen. Bij de pastorie ligt het Gelderse schuttersbataljon in stelling onder commando van de uit Zutphen afkomstige majoor Lulofs (onderste rode cirkel). In de cirkel daarboven zijn Gelderse schutterseen- heden in vuurgevecht verwikkeld met Belgische troepen. (bron: J. Olivier Jzn - Merkwaardigheden uit den Tiendaagschen Veldtogt, 1834) ^utphen - 2016/2 39

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2016 | | pagina 7