te zijn op een ontmoeting met mensen. Fi
guur 3 toont hoe een valkenier en hoornbla
zer op het beestje komen toelopen, in figuur
4 gingen - tot 1942 - een wildeman en een
valkenier er naar toe en die in figuur 5 raakt
de hand van iemand die meedoet aan een rei
dans. De dieren zijn dus niet simpele vulfigu-
ren. Ze horen bij het beeldverhaal.
De plaatsen
De dieren zijn afgebeeld op de rand van de
kaarsenkroon. Die rand staat symbool voor
de stadsmuur van het Hemel
se Jeruzalem1 met de namen
op de onderste fries als fun
dament. De twee vergulde
dieren horen daarbij (Fig. 1
en 2). Dat betekent dat ze be
trouwbare getuigen en bood
schappers van het heil zijn.
Aan het einde van deze rij
namen staat nog een vergulde
boom met twee openingen;
die moeten we in de gaten
houden (Fig. 6).
De andere drie dieren be
vinden zich in de ooit poly
chrome rand. Welke kleur zij
hadden is onbekend. Kleuren
waren in dit verband 'beteke
nisdragers, signalen langs de smalle weg naar
het eeuwig heil om via de aardse doolhof het
Nieuwe Jeruzalem te bereiken'.2
Die drie spelen dus een rol op aarde, in het
dagelijkse leven.
Zittende honden of andere dieren?
Fig. 7: Bange dieren achter rug figuur 5 (foto en
bewerking: Paul Ploegman)
Fig. 6:Vergulde boom met twee
openingen (foto: Jan Frings)
Wat voor dieren zijn hier zittend afgebeeld
in de kroonrand? Wie het aan kunsthistorici
vraagt krijgt antwoorden die alle kanten op
gaan, omdat niemand tot dusver een identie
ke voorstelling tegenkwam. De een ziet er ha
zen in, de ander panters, een derde rammen
en ieder heeft daarvoor een ander argument.
Vraag je aan jagers welke dieren hier zitten
dan zeggen ze eenstemmig: honden.
Zijn het dan toch honden, beter gezegd
waakhonden? Waakhonden herken je door
gaans aan hun houding en ze treden niet
zelfstandig op. Ze beschermen het erf en
huis van hun heer. Zo zitten
de vijf dieren ook: waakzaam
rechtop.
Vier van hen apporteren
een takje met drie blaadjes
(fig. 1—4). Maar wie is hun
baas? Er is geen Bernard van
Clairvaux, Dominicus, Ro-
chus of andere heilige in de
buurt, waar ze als attribuut
bij horen. Ze lijken te waken
bij een boomtronk, die een
uitloper krijgt. Mogelijk gaat
het bij deze tronk om de me
tafoor van Christus als de loot
uit de tronk van Jesse dan wel
de Levensboom, een beeld uit
de Kruishoutlegende, die des
tijds in onze regio populair was. Rond deze
vier honden lijkt het leven goed: hun kopver-
siering komt tot bloei. In de figuren 3 en 4 is
daarbij te zien hoe achter hun rug een lelie
struikje bloeit, waarnaast een beestje ligt uit
te rusten.
De vijfde hond lijkt het tegenbeeld te zijn
van de vier andere honden. Hij zit achter een
46 ^utphen - 2016/2