Ligging van het latere straatje Apenstert ten op zichte van de stadsuitbreiding van omstreeks 1200. (Archeologie gemeente Zutphen) geheel opgevuld geraakt. Geleidelijk vulde de gracht zich met mest, en een schat aan per fect geconserveerd vondstmateriaal. Precies in het midden werd de gracht in de lengte in tweeën gedeeld door diverse erfafschei- dingen. Van de erfscheiding zijn vijf fasen te onderscheiden: het terrein werd immers gestaag opgehoogd. Vier fasen bestaan uit lange elzen staken die dicht tegen elkaar in de grond gedreven zijn. Eén fase is echter an- Stuk scheepshuid van diverse planken en breeuwlat- jes en -sintels op de naden en scheuren. (Archeologie gemeente Zutphen) ders: deze bestaat uit scheepshout. Het hek bestond oorspronkelijk uit twee forse palen waartegen een ruim viereneenhalve meter lange eiken balk was gespijkerd. Deze afschei ding moet oorspronkelijk 5,02 m (een-een derde Rijnlandse roede) lang zijn geweest: de gestandaardiseerde perceelsbreedte in mid deleeuws Zutphen. Tegen de balk zijn ruim twintig eiken planken gespijkerd. Sommige daarvan zaten nog in verband. Deels zijn de huidplanken overnaads aan elkaar bevestigd, deels zijn de planken tegen elkaar aangelegd. De aanwezige naden en barsten zijn gevuld met mos, dat met breeuwlatten en een gro te hoeveelheid breeuwsintels (brede ijzeren krammen) bijeen wordt gehouden. Andere resten zijn een stuk spant van zilverspar en mogelijk een stuk mast. Hoewel de exacte vorm en afmeting van het schip nooit meer te achterhalen zijn, is er op grond van de bouwwijze wel te zeggen dat het hier om een koggeachtig schip moet gaan. We weten uit middeleeuwse bronnen ook dat deze schepen in Zutphen gebouwd werden. Archeologisch wordt dit ook gestaafd door vele Zutphense vondsten van nog ongebruik te i3e-eeuwse breeuwsintels, vaak in combi natie met de steenkool die door de smeden werd gebruikt. De scheepsresten zijn dendrochronolo- gisch gedateerd rond 1235, en vormen daar mee het oudste voorbeeld van een kogge in Nederland. Het hergebruik van scheepsres- ten kwam veel voor. Niet alleen zijn er genoeg archeologische voorbeelden van te vinden, ook in de archieven komen we het gebruik tegen. Het volgende Zutphense voorbeeld komt uit 1402: '81 lb 5 groten 3 duetken vor olde scipplancken daer men dat verkenhuys mede baelden ende daer men enen gaerden op ter nyerstat mede bewrochten 26 groten'.4 (Hier wordt letterlijk vermeld dat men oud scheepshout opkocht om een varkenskot en 4 ^utphen - 2016/1

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2016 | | pagina 4