tJp£-
Versterkt huis
PP
Vjj
Rijs)
Kippenfokbedrijf
Gelre beleend met dit goed. Deze Hendrik
heeft, evenals zijn Warnsveldse naamgenoot,
een zoon Klaas. Die volgt hem op in 1403
als leenman van Rienderink/De Cloese. Of
is hier sprake van dezelfde Hendrik? Hierna
werd langzamerhand de geslachtsnaam Rien-
derink vervangen door de Cloese. Bij de bele
ning van kleinzoon Johan in 1459 heette het
bijvoorbeeld: Ter Clusen geheyten Reyneringh.21
De naam Rienderink bleef bewaard voor de
boerderij aan de Zwiepseweg op de tegen
overliggende oever van de Berkel, die in de
Tweede Wereldoorlog verwoest is.22
Reinold, die in 1378 Ter Brake in leen ont
ving, werd rond 1400 opgevolgd door zijn
zoon Johan, waarbij het goed Ter Brake in
1405 tot 'zadelleen' of 'zadelgoed' verheven
werd.23 Als leenhulde, aan het begin van de
belening, moest deze leenman een gezadeld
paard aan zijn leenheer, de hertog van Gelre,
overdragen. De houders van een zadelleen
behoorden tot de ridderschap.24 Het leveren
van een gezadeld paard bracht veel hogere
kosten met zich mee dan de kosten voor een
gewoon leen, waar de leenhulde één pond
bedroeg.25 Daar stond tegenover dat het za-
delleen daarna vrijgesteld was van bepaalde
belastingafdrachten. Johan ontving gelijktij
dig ook het goed Tjodink in leen en in 1424
bovendien 't Hunnekink, beide in Warnsveld
en beide als gewoon leen.26
Waarschijnlijk hadden Reinold of Johan
een versterkt huis, mogelijk een woontoren,
op Ter Brake laten bouwen, zoals het een
echte ridder betaamde. In ieder geval was
er nog in de 17e eeuw direct achter boerde
rij Ter Brake een omgrachte burchtheuvel -
een pol - met een omwalling aanwezig. Deze
is heel precies ingetekend op een kaart van
J. van Lindt uit ca. 1644. Hij tekende deze
kaart in verband met een civiel proces over
een akker 'Brulskamp', waarbij Ter Brake en
4
Uitsnede uit de kaart van J. van Lindt uit 1644 met
daarop de boerderij Ter Brake en zijn 'poll' met de
ringgracht en 'cingel wall' daaromheen. (Diederik
Rhienderink eigenlijk meer ter oriëntatie zijn
ingetekend.27 Waarschijnlijk heeft Van Lindt
om de tijd te doden, min of meer toevallig,
Ter Brake nauwkeurig in vogelperspectief
kunnen intekenen, inclusief de schaduwen
van de boompjes, terwijl het Rhienderink er
alleen met een schetsje vanaf kwam. Dat er
hierbij geen fantasie in het spel was, laat de
belening in het Gelders leenregister uit 1647
zien: Paul Selts wordt beleend met 'volgende
parceelen, namelijk huys ende hoff met den
pol ter sijden het huys in sijnne grafften ge
legen, ende eenen bongard liggende voor
het voorss. huys naer het velt aen met eenen
Camp van omtrent 8 molder geseys, gelegen
achter den voorss. hoff langs ende nevens
Reynerdincks boss, ende eene weyde van om
trent vier coeweydens ter sijden den voorss.
bongart, blijvende de reste allodiael goet...'28
Het goed Ter Brake bestond volgens de in
schrijving in het leenregister op dat moment
voor het grootste, overige deel uit allodiaal
goed, dat wil zeggen vrij, eigen en onbeleend
goed.
Het huis de Brake op de kaart uit ca. 1644
is mogelijk het restant van een bijgebouw
dat hoorde bij een huis dat op de pol heeft
^utphen - 2016/1