Ongewis avontuur houding van Colenbrander scherp hekelde. Hij stelde dat die zich door zijn aanvankelijke weigering gediskwalificeerd had en eiste daar mee impliciet het commando voor zich op.9 Dinsdag 2 november 1830 ging de Zutphense keurcompagnie, met aan het hoofd - jawel! - kapitein Maurits Jacob van Löben Sels, in alle vroegte op mars naar haar mobilisatiebestem ming. Volgens officiële opgave van b&w was de troep 181 man sterk: 6 onderofficieren, 10 korporaals, 156 schutters, 4 tambours en een fourier. Compagniescommandant kapitein Van Löben Sels werd bijgestaan door eerste luitenantJ.L.C. van Essen en de beide tweede luitenants W.J. Thieme en W.J. Swaving, zwa ger van kapitein Van Löben Sels.10 Een jour nalist gaf er het volgende verslag van: 'De stad Zutphen heeft mede een krachtig antwoord gegeven op de stem van onzen ge liefden Koning. Nadat de mobiel verklaarde schutterij, in de onderscheiden kerken, op laatstleden Zondag, den bijstand des Almag- tigen had afgesmeekt, is deze keur-kompag- nie, 184 man sterk, waaronder meer dan 70 vrijwilligers, op laatstleden Dingsdag te veld getrokken Onder het spelen van ons ge liefd volkslied en onder de luide toejuichin gen van eene ontelbare en in onbeschrijfelij ke geestdrift opgevoerde menigte, trok onze manhafte schutterij, in de schoonste militaire houding, de stad uit. Buiten de poort geko men begroette zij hare medeburgers met den kreet van: Leve de Koning! En duizendmaal werd die kreet herhaald en steeg van alle kan ten als eene bede ten hemel. Daarop volgde eene lange rij van rijtuigen zoo wel van inge zetenen als naburige plaatsen, die er hunnen eer en vreugd in stelden en zich vrijwillig vereenigd hadden om hunnen gewapende medeburgers een eind wegs te voeren. Zoo ging de lange optogt en onze burgemeester voorop, die niet minder dan drie zonen vrij willig het zwaard voor het vaderland ziet dra gen In zijn enthousiasme overdreef de journa list echter het aantal vrijwilligers. Dat de Zut- phense keurcompagnie in haar eentje vijf procent van alle vrijwilligers in het hele land zou hebben geleverd, lijkt erg onwaarschijn lijk. Uit het inlijvingsregister blijkt dat er tien vrijwilligers met de keurcompagnie uitmar- cheerden, de officieren niet meegerekend. Onder hen was Winold Abbing.12 Behalve vrijwilligers waren er onder de schutters ook mannen die absoluut geen zin hadden in dit ongewisse avontuur. Wie het betalen kon regelde een vervanger. Wette lijk was dat volkomen in orde. Toen de com pagnie vertrok, marcheerden er tien rem- plaganten mee in haar gelederen. Nog eens zeventien andere schutters wisten na enkele maanden velddienst alsnog een vervanger te vinden. Sommige schutters losten na enige tijd hun remplagant weer af, anderen bleven voorgoed weg. Een kwestie van geld ongetwij feld. b&w hadden bij het vertrek aan elke schut ter een exemplaar laten uitreiken van het af scheidsvers dat dominee D. Bax speciaal voor de gelegenheid had geschreven: Gaat, Broeders! Gaat gerust op Gods ge leide heen, En straft het vuig verraad, zoo 't onzen grond durft naderen! Gij draagt het heilig zwaard voor Vorst en Va derland, Het bliksem' in uw vuist ten schrik van moor denaren! Keert in onze armen weer, gekroond met lau werblaren! Vaartwel! God zij uw schild! Nog eens de broederhand!'13 Met dergelijke regels binnen handbereik kon het moreel van de schutters wel een stootje hebben. ^utphen - 2016/1 13

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2016 | | pagina 13