fü li 11 ik 1 r Fietsen konden de vrijwilligers al; het examen betrof dan ook voornamelijk militaire aange legenheden, zoals het herkennen van rangen en onderscheidingstekens, kaartlezen, over brengen van berichten, velddienst.3 Dirk van Duijl kwam in actie bij verscheidene grote oe feningen. Zo nam hij in augustus 1897 deel aan de oefening van de vestingoorlog in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Een jaar later studeerde hij in Utrecht af als arts.4 De Waliënkazerne op het 's-Gravenhof. Het gebouw werd in 1945 door de Duitsers volledig verwoest. (collectie auteur) Wielrijderscompagnieën Omdat de inzet van burger-vrijwilligers niet zonder problemen was (bewapening, sta tus bij gevangenneming in geval van oorlog en dergelijke), ging het leger steeds vaker dienstplichtigen opleiden tot militair-wielrij der. De laatste vrijwilligers werden in 1899 eervol ontslagen. Het duurde echter nog tot 1909 voordat de eerste gevechtscompag nieën wielrijders geformeerd werden. In dat jaar werden bij het wapen der Infanterie de 3e en de 4e Compagnie Wielrijders opgericht. De standplaatsen waren respectievelijk Breda en Assen. Een jaar later werden de 1 e en de 2e Compagnie Wielrijders geformeerd. De ie cw kwam in Nieuwersluis, de 2e cw werd in Ede opgericht, maar zou in Arnhem gelegerd worden.5 De organieke sterkte van een wielrijders compagnie werd niet in manschappen maar in aantal dienstfietsen vastgesteld; het waren er 146.6 Daarvan was er voortdurend een aantal in onderhoud, reparatie of op reserve, zodat het aantal fietsende manschappen veel lager lag. In vredestijd was de compagnie zo'n zeventig tot tachtig man sterk, inclusief kader. Tijdens de mobilisatie van 1914-1918 liep dat aantal op naar ongeveer honderd. Het offi cierskader bestond uit een kapitein-comman dant en enkele luitenants. Zij werden bijge staan door een tiental onderofficieren. De staf van de 2e Compagnie Wielrijders tijdens de mobilisatie 1914 - 1918; van links af: eerste luite nant P.R.F.C. de Bruyn, kapitein G.N. Hilwig, tweede luitenant J.E. Stroeve, tweede luitenant J. de Flines. (Nederlands Militair Museum, Soesterberg) De 2e cw komt naar Zutphen Bij nader inzien besloot het Ministerie van Oorlog om de 2e Compagnie Wielrijders niet in Arnhem maar in Zutphen te plaatsen.7 De hier gelegerde Koloniale Reserve zou op kor te termijn worden overgeplaatst naar Nijme gen, waardoor de Waliënkazerne vrij kwam.8 Op vrijdag 2 september 1910 pedaleerde 's middags even voor tweeën een colonne van ongeveer tachtig militairen de IJsselbrug over de stad in.9 Vanuit Ede waren ze via Arnhem naar Zutphen gefietst. Hun intocht trok flink 100 ^utphen - 2015/4

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2015 | | pagina 4