dat de gemeente, samengesteld uit vertegen woordigers van gilden en wijken, als repre sentant van de burgerij door de magistraat bij belangrijke aangelegenheden om advies werd gevraagd. In de achttiende eeuw lieten vrijwel alle stadsbesturen de gemeenslieden echter links liggen. Zo ook in Zutphen. De gewapende burgercompagnieën vormden de andere pijler waarop de patriotten hun invloed hoopten te baseren. De vijf compag nieën van de stadswijken Hofstraat, Beuker straat, Marspoort, Nieuwstad en Laarpoort vormden samen de schutterij van Zutphen, de gewapende macht van de stedelijke burge rij. Ieder van de vijfjongste schepenen stond als hopman aan het hoofd van een compag nie. Ook hier gold: van oude oorsprong, maar ernstig in verval geraakt. Van serieus oefenen met de wapenen was al lang niets meer gekomen. De gemeente, ondersteund door een pres siegroep waar de gebroeders Van der Capel- len achter zaten, begon de magistraat te bestoken met de eis om medezeggenschap. Op 9 april 1783 overhandigde men een ge schrift waarin erkenning als 'tweede Lid der Regering dezer stad' werd verlangd, naast en niet onder de magistraat. Dit zou uitdrukking moeten vinden in geïnstitutionaliseerd over leg tussen magistraat en gemeente. De ma gistraat begon zijn deliberaties over de eisen van de gemeente pas in de zitting van 24 april 1783, want het gelukte niet om eerder voltal lig bijeen te komen. De prinsgezinde meer derheid van negen weigerde pertinent om op de eisen van de gemeenslieden en hun aan hangers in te gaan en sprak van respectloos, onbetamelijk en onwettig gedrag. De drie dis sidente schepenen stonden juist pal achter de eisen van de burgerij. Zij beargumenteerden dat uitvoerig en lieten hun betogen in het me morie- en resolutieboek opnemen als aante keningen bij de vergadering van 7 mei 1783.3 In juni en juli kwam het tot een herhaling van zetten, in nog scherpere bewoordingen: weer een uiterst vrijmoedig rekwest vanuit de bur gerij, weer radicale afwijzing door de negen, weer bewijzen van goed patriots gedrag door de drie dissidente schepenen in de vorm van uitvoerige aantekeningen in het memorie- en resolutieboek. De secrete resolutie Uit vrees dat het verbale geweld zou kunnen ontaarden in straatoproer, verzocht en kreeg het stadsbestuur versterking van het Zutphen- se garnizoen. Op 2 september 1783 besloot de magistraat om generaal-majoor Reinhard Burchard Willem van Heeckeren, de militaire commandant van de stad en achterneef van de heer van Suideras, te verzoeken in te grij pen als het raadhuis of huizen van schepenen door opstandige burgers belegerd zouden worden. Dat besluit werd in het geheim ge nomen ('bij secrete resolutie'), maar de drie patriotse schepenen zorgden er wel voor dat het algemeen bekend werd. Het protest dat zij tegen het besluit hadden aangetekend, lieten zij zelfs in druk verschijnen. Tegenover de opdracht van de prinsgezinde schepenen aan commandant Van Heeckeren om 'geweld met geweld te keren' stelde Verstege dat 'bur gerlijke bewegingen ook door burgers moe ten gedempt worden'. Met andere woorden: als het zo ver zou komen dat er met wapens tegen raddraaiers moest worden opgetreden, dan door de burgercompagnieën, niet door soldaten van het garnizoen. De prinsgezinde schepenen vonden dat de geheime resolutie in het drukwerk van hun patriotse confraters verkeerd werd voorgesteld. Op 16 december 1783 namen zij daarom het radicale besluit om de resolutie van 2 september en alles wat daar aan aantekeningen en verdere nasleep bijhoorde, uit het geheime resolutieboek naar het gewone memorie- en resolutieboek te laten kopiëren4 en van stadswege te laten verspreiden. ^utphen - 2015/4 109

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2015 | | pagina 13