w vO t 4^ 'I-VtvCi w^\4 V^-VT? QsSt'A jr (4**$* y^t W fH wvy/ Fig. 4 De opmeting van de librije van het later ver woeste klooster Galileeën. (scan: RAZ) Raadskapel. Verder weten we dat Slindewa- ter heeft rondgekeken in toen bestaande bi bliotheken. Er bestaat een aantekening over een opmeting in de liberie van het toenmalige klooster Galileeën16 (hg. 4): Item die liberie thoe Galilie Idem de librije te Galileën en is lanck XCVI mij is lang 96 (gemeten met) mijn ner voete. Ende XVIII voet voeten. En 18 voet, als vurscreven breit. Ende da net zo gemeten, breed. En daar is van besleit die plaitz van beslaat de plaats van die pulmter umtrent X voet. de pulmten ongeveer 10 voet. Pulmten zijn lessenaren. Het Duits kent nog het woord Pult. Slindewater heeft meer opge meten. Meinsma kende al deze aantekenin gen en heeft ze in zijn dissertatie samenge vat:17 twee Zutphense kloosterboekerijen, de eene ongeveer 15 M lang bij eene breedte van omstreeks 7 M breed, de andere ongeveer 24 M lang en 4Vi M breed. De huidige Li brije is 8 m breed, is geknikt met het ene deel 8 m en het andere 11 m lang (eigen meting), samen 19 m. De maten komen qua orde van grootte overeen met die van de kloosterbi bliotheken, de plaats is in de buurt van de Raadskapel, zoals Slindewater het zich dacht. Maar die knik, die staat niet op de schets. En ook niet hoe je erin moet komen. Als je er van uit zou gaan dat de schets een Fig. 5 Plattegrond van de Librije met aangrenzend deel van de kerk. plan was, met zeven traveeën, dan moet Slin- dewater een enorm gebouw bedoeld hebben, ongeveer een extra schip aan de kerk. On danks zijn gebleken ijveren voor deze Libe- rije is dit niet waarschijnlijk, zelfs niet als een kerktravee tweemaal zo breed zou zijn als een librijetravee, zoals in de bestaande situatie het geval is (hg. 5). Dan zou hij het immers niet achter op een briefje hebben geschre ven. En ook zou hij er dan vast niet twee of drie vensters in gedacht hebben, zoals in de schets onder f staat. Het moet welhaast een schets zijn, vermoedelijk gemaakt toen ie mand hem vroeg hoe hij zich een en ander moest voorstellen. Uit de schets is op te maken dat Slindewa ter dacht aan een extra muur tegen de kerk muur aan. We weten dat dit niet gebeurd is. De muur waar de huidige toegang in zit, is de kerkmuur zelf. Als Slindewater al dacht precieze aanwijzingen te geven, dan kunnen we alleen maar constateren dat het anders is geworden. Hij moet dan gedacht hebben aan een kleine ruimte met twee of drie vensters. De Librije heeft een knik, omdat de kerk muur is gevolgd, is vier traveeën lang bij twee breed (hg. 5) en er zijn zeven vensters. Op het eerste gezicht is het verleidelijk de vlakverdeling aan de kant van de kerkmuur aan te zien voor lectrijnen. Behalve dat Slin dewater hier veeleer een gewelfconstructie dacht (zie de letter c in de transcriptie), het is ook om een andere reden onwaarschijnlijk. ^utphen - 2015/2 51

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2015 | | pagina 19