I/2 km rijdraad in 20 minuten
portalen aan. Zeventig seconden waren nodig
voor het zetten van één paal én het doorrij
den naar het volgende funderingsblok. Na
dat de palen te lood waren gesteld, werden
de bovenbalken geplaatst en kon begonnen
worden met de afwerking en de montage van
de bovenleiding. In twintig minuten werd an
derhalve kilometer rijdraad getrokken.
Verder moesten er onderstations en scha
kelstations gebouwd worden. Onderstations
zorgen ervoor dat de wisselstroom van het
landelijke elektriciteitsnet getransformeerd
wordt naar de lagere spanning van 1500 volt
gelijkstroom, waarop de Nederlandse treinen
rijden. Vanaf 1 januari 1953 konden er elek
trische treinen rijden tussen Arnhem en Zut-
phen; al op 17 mei van dat jaar was ook Zut-
phen-Zwolle geëlektrificeerd. In 1953 werd
ook de nieuwe beveiliging in dienst gesteld.
Pas op 12 augustus 1946 wordt de provisorisch
herstelde IJsselbrug in Zutphen weer in gebruik
genomen. De feesttrein uit Apeldoorn wordt
getrokken door een van de vijftien splinternieuwe
Zweedse sneltreinlocomotieven. (Regionaal Archief
Zutphen, foto Zeijlemaker)
Een ansichtkaart van kort na de oorlog. Vóór de
stationsrestauratie staat prominent een Cross-
ley-opleggerbus van de NS. Daarvan waren er in
1946/47 tweehonderdveertig gebouwd. Ze reden
treinvervangende diensten, onder meer tussen
Zwolle en Nijmegen. (particuliere collectie)
van het Spoorwegbouwbedrijf is te zien hoe
op het andere spoor treinen met onvermin
derde snelheid passeren, terwijl een monteur
- zonder dat hij gezekerd is - op een boven
balk aan het werk is. In dat filmpje is ook te
zien dat het personeel in 'gerieflijk ingerich
te' (zoals de commentaarstem zegt) woontrei-
nen of -schepen is ondergebracht.
De eerste werktrein zorgde voor het plaatsen
van de funderingsblokken; daarvoor was drie-
eneenhalve minuut per blok uitgetrokken. De
funderingsgaten waren vooraf gegraven. De
tweede werktrein voerde de bovenleidings-
4 ^utphen - 2015/1