Krankzinnigenarts in Zutphen
l\\\V V
Het vroegere ONG gezien vanaf het Zutphense
Stationsplein. (Museum Het Groot Graffel)
noeming door Gedeputeerde Staten van Gel
derland. Ramaer werkte eerst nog een aantal
maanden als assistent bij zijn Utrechtse leer
meester Schroeder van der Kolk om zich te
bekwamen in de psychiatrie.
Op 14 november 1842 huwde hij in Gronin
gen met Wilhelmina Henriette Gockenga
(1817-1883), dochter van de vice-president
van de rechtbank aldaar. Samen vestigden
ze zich in Zutphen, waar ze op verschillende
adressen woonden: Raadhuissteeg, IJsselka-
de, 's Gravenhof en laatstelijk Houtmarkt.11
Het echtpaar kreeg zes kinderen. Het be
kendst werd later hun zoon Johannes Chri-
stoffel, die een opleiding tot civiel ingenieur
aan de Polytechnische School in Delft volgde
en opklom tot inspecteur-generaal bij Rijkswa
terstaat. Hij publiceerde veel over de geschie
denis, aardrijkskunde en waterstaatkundige
toestand van Nederland en schreef vele boe
ken en biografische schetsen van onder an
deren collega-ingenieurs. Hij was evenals zijn
vader maatschappelijk zeer actief en werd wel
omschreven als 'een levende encyclopedie'.12
Van oudsher vingen de beide Zutphense gast
huizen, die hun oorsprong vonden in de veer
tiende en vijftiende eeuw, naast lichamelijk
zieken, armen en vreemdelingen ook krank-
zinnigen op. De meest gedragsgestoorde
vrouwen werden in de zestiende eeuw onder
gebracht in de 'gekkentoren', tegenwoordig
nog zichtbaar in het Oskamstraatje. De man
nen verbleven in 'dorenkasten' of 'dolhuisjes'
ernaast. Van een geneeskundige behandeling
was geen sprake. De krankzinnigen lagen
op stro en waren geketend aan de muur. Ze
brachten hun dagen in ledigheid door.
Met de in 1841 ingevoerde eerste Krankzin
nigenwet kwam hierin verandering Deze wet
beoogde de oprichting van geneeskundige
gestichten met vereiste voorzieningen voor
een goede behandeling van de krankzinni
gen. Het ong kreeg in 1843 van Gedeputeer
de Staten van Gelderland opdracht een Pro
vinciaal Krankzinnigengesticht op te richten
om veertig krankzinnigen uit Gelderland
op te kunnen nemen en te behandelen. Dit
gebeurde in de gebouwen van het voormali
ge Sint-Catharinaklooster aan de Nieuwstad,
waar de gefuseerde gasthuizen sinds 1625 wa
ren gehuisvest.
Op 18 januari 1842 ving Ramaer zijn werk
zaamheden als krankzinnigenarts in Zutphen
aan. Twee dagen later werd hij 'aangekon
digd en binnengelaten' in de vergadering van
de provisoren (bestuurders) en 'met de aan
vaarding van zijn functien gelukgewenscht',
terwijl na gehouden overleg werd besloten
'de thans aanwezige krankzinnigen aan de
Geneesheer ter beschikking over te laten in
^utphen - 2015/1 15