Gezin van herkomst en studie Grand tour en vestiging in Zutphen ter met negen kinderen. Ramaers vader, Pie- ter Antony, was vierde van deze kinderen. Hij koos voor een militaire carrière en vocht met Napoleons leger in Spanje en Duitsland. In 1814 ging hij over naar het staande leger van het nieuw gevormde Koninkrijk der Neder landen. Voor zijn deelname aan de Tiendaag se Veldtocht in België werd hij in 1831 onder scheiden met een Militaire Willemsorde. In de loop van 1816 was Ramaer senior bin nen het leger geplaatst in 's-Hertogenbosch, waar hij huwde met Maria Wyna Walkart. Jo hannes Nicolaas werd als oudste kind gebo ren op 20 april 1817. Na hem volgden nog acht kinderen. In verband met een overplaatsing van Ra- maer senior vestigde deze zich met zijn gezin in 1825 in Breda. Enkele jaren later verhuis de het gezin naar Utrecht, waar Johannes Nicolaas zich aan de faculteit geneeskunde van de Utrechtse hogeschool liet inschrijven. Daar leerde hij prof. J.L.C. Schroeder van der Kolk kennen, die als hoogleraar anatomie en fysiologie ook lessen in de 'pathologie en the rapie der krankzinnigheid' verzorgde.8 Deze hoogleraar, tevens regent van het Utrechtse krankzinnigengesticht Willem Arntz, zou een sterk bepalende invloed hebben op de verde re carrière van Ramaer. Ramaers vader werd in 1835 benoemd tot commandant van het garnizoen in Gro ningen. Daar zette Johannes Nicolaas zijn medische studie aan de universiteit voort. In hetzelfde jaar schreef de faculteit genees kunde een prijsvraag uit onder de studenten om een verhandeling te schrijven over het in 1774 ontdekte zuurstofgas. De inzending van Ramaer werd bekroond met een gouden me- daille.9 Op 19 juni 1839 sloot Ramaer zijn studie in Groningen af met een promotie bij hoog leraar A.A. Sebastian op het proefschrift De Aethiopica Generis Humani Varietate (Over de Ethiopische verscheidenheid van het mense lijk ras). Ten tijde van Ramaers afstuderen was in Gro ningen sprake van de bouw van een nieuw provinciaal krankzinnigengesticht. Door zijn getoonde psychiatrische belangstelling werd Ramaer gezien als beoogd geneesheer aan het instituut. In afwachting van zijn benoe ming maakte hij een grand tour van bijna een jaar langs de belangrijkste medische centra van Europa om zich op de hoogte te stellen van de nieuwste medische ontwikkelingen. Een dergelijke reis was in die tijd voor jon ge academici uit de welgestelde klasse een gewilde afronding van hun persoonlijke en beroepsmatige vorming. Ramaer bezocht in 1840, ongetwijfeld op kosten van zijn vader, achtereenvolgens München, Wenen, Mar seille, Montpellier en Parijs. In Wenen ont moette hij de beroemde arts Josef Skoda, die het beluisteren met een stethoscoop en het bekloppen met een vinger van de borstkas propageerde als diagnostiek bij longpatiën ten. Bij Ramaers terugkeer in Groningen bleken de plannen voor een gesticht van de baan. Ra- maer vertrok naar Rotterdam, waar hij ging werken als arts. Al spoedig solliciteerde hij naar de functie van lector aan de klinische school van Rotterdam. Dit nadat de zitten de lector, GJ. Mulder, was benoemd aan de Utrechtse universiteit tot hoogleraar in de scheikunde. De keus viel echter niet op Ra- maer.10 Ramaer bleef een sterke belangstelling voor de psychiatrie houden. Begin 1841 sollici teerde hij dan ook naar de betrekking van ge neesheer aan het nieuw te realiseren Krank zinnigengesticht voor Gelderland in het ong van Zutphen. Op 22 mei 1841 volgde zijn be- 14 ^utphen - 2015/1

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2015 | | pagina 14