Met militaire eer
Een begrafenis in Zutphen
Rob Kammelar Jan Klompenhouwer
Najaar 1918. De Grote Europese Oorlog - die later de Eerste Wereldoorlog werd
genoemd - liep op z'n eind. Het eens zo machtige keizerlijke Duitse leger verkruimelde
door uitputting, demoralisering en desertie, en was niet langer opgewassen tegen de
legers van de Entente, toen die door Amerikaanse inbreng nieuw elan kregen. Nederland
had zich neutraal verklaard en wist buiten de krijgshandelingen te blijven. Adolf Hitler
was nog een onbekende ordonnans in de etappe van het westelijk front. Van een Derde
Rijk kon niemand zich nog een voorstelling maken.
Onder grote belangstelling van de bevolking
werd op 18 oktober 1918 in Zutphen een
Duitse soldaat met militaire eer begraven. Een
Nederlands vuurpeloton bracht het eresaluut.
Een Zutphens jongetje legde bloemen op zijn
graf. Die Duitse soldaat was Franz Kalble, Un-
teroffizier in de 12e Kompanie van het Reserve
Infanterie Regiment 110. De Zutphensche Courant1
gaf het volgende verslag van de plechtigheid:
'Onder zeer groote belangstelling is he
denochtend het stoffelijk overschot van den
hier geïnterneerden Duitschen onderofficier
Franz Kalble op de r.k. begraafplaats ter aarde
besteld, nadat vooraf in de r.k. kerk een mis
voor den overledene gehouden was.
Om elf uur vertrok de stoet van het sterf
huis; voorop twee tambours de trommen in
krip2 die den geheelen weg een eentonigen
trommelslag deden hooren; dan het vuurpe
loton en achter den lijkwagen nog een sectie
infanterie onder den 1n luit. Stürm. De kist
was gedekt met de Duitsche vlag, het hoofd
deksel van den overledene en een enkele
krans, terwijl naast den lijkwagen de ande
re kransen gedragen werden en dan volgde
de lange optocht van Duitsche officieren en
onderofficieren in Zutphen geïnterneerd
met deputaties uit Wolfheze, Arnhem, Oos
terbeek, Velp, Dieren en Brummen. Ook de
gebiedscommandant, overste Vredenburg uit
Dieren maakte de plechtigheid mee.
Een ontzaglijke menschenmassa had zich
naar het kerkhof begeven, maar de waarne
mend commissaris, de heer Vogelenzang, had
uitstekend zijn maatregelen genomen. Om
het graf was een zeer groote ruimte afgezet,
waaromheen het publiek ordelijk stond op
gesteld, zoodat de talrijke Duitsche militairen
die de lijkbaar volgden zonder eenige moeite
een plaats om het graf konden krijgen.
Het vuurpeloton loste bij het binnenkomen
van het kerkhof en bij het graf een salvo bo
ven de kist. Nadat de r.k. ceremonieën door
den kapelaan verricht waren, zong het zang
corps van de Duitsche officierscompagnie al
hier twee coupletten van 'Da unten ist 's Frie-
den'.3 Overste Vredenburg bedankte namens
de familie en de kameraden voor de laatste
eer den overledene bewezen.
Langzaam stroomde het kerkhof leeg. Ve
len toefden nog even om het tiental bloem
stukken op de groeve te bezichtigen. Daar
was er een van den vertegenwoordiger van
het Duitsche ministerie van oorlog, een van
den gebiedscommandant, enkele van de of
ficieren en onderofficieren en verder was er
10 Zutphen - 2015/1