Nederlands Jongelings Verbond (NJV) Hendrik C. Gladbeek, evangelist liggen. Het Réveil kreeg in ons land een ei gen orthodox-protestantse vorm met sterke nadruk op de beleving van de eigen vroom heid. De grote baanbreker van het Réveil in ons land was dichter en historicus mr. Willem Bilderdijk (1756 - 1831). In Leiden, waar hij als privaatdocent werkte, heeft hj veel stu denten sterk beïnvloed. Zo ontstond al rond 1845 de kring van Christelijke Vrienden, bij wie 'de nood en ellende van al hetgeen buiten hun kring zonder God en Christus voortleef de' zwaar op het hart drukte.1 In deze krin gen komen we namen tegen van nog steeds tot de verbeelding sprekende personen als G. Groen van Prinsterer, O.G. Heldring, I. da Costa, en J. de Liefde. Als gevolg van het in de grondwet van 1848 opgenomen 'Regt der ingezetenen tot vereniging en vergadering' ontstonden verschillende evangelisatievereni gingen. Ook de vroegere Christelijke Vrien den gingen zich in verenigingen organiseren. Toch was het Réveil niet alleen maar een gees telijke stroming. Ook op politiek en maat schappelijk terrein werd men zich van zijn verantwoordelijkheid bewust. Zo is Guillaume Groen van Prinsterer (1801 1876) bekend geworden als de grondlegger van de protes tants-christelijke politiek. Ottho G. Heldring (1804 1876) werd als predikant in het Be- tuwse dorpje Hemmen getroffen door de el lendige toestand van de plattelandsbevolking als gevolg van drankmisbruik, armoede en onwetendheid. Met steun van de Christelijke Vrienden richtte hij in Zetten en Hoender- lo tehuizen op voor verwaarloosde meisjes en jongens. De naam van ds. Jan de Liefde (1814 1869) mag hier zeker niet ontbre ken. Hij was van 1839 tot 1845 doopsgezind predikant in Zutphen, maar ging later in Am sterdam als evangelist werken.2 De daar nog steeds actieve Stichting Tot Heil des Volks is door hem opgericht. Maar het was een man van de nieuwe generatie, Willem van Ooster- wijk Bruyn (*1829), die in 1853 het initiatief nam om het Nederlands Jongelings Verbond (njv) op te richten, dat later overging in het Christelijk Jonge Mannen Verbond (cjmv). Tien jaar later kende dit verbond al veertig plaatselijke afdelingen. Gedreven door het evangelie en geïnspireerd door Jezus Christus stelden de leden zich als doel jonge mensen te helpen bij hun zelfontplooiing. Vanaf het begin werd dat breed gezien, want het ging niet alleen om geestelijke begeleiding, maar ook om maatschappelijke en zelfs lichamelij ke ontwikkeling. Tegenwoordig staat dit ver bond bekend als ymca Nederland. Een van die evangelisten, Hendrik Cornelis Gladbeek, stond aan de wieg van de Zutphen- se afdeling van het njv. Hij werd geboren op 20 november 1837 in de Tolhuisstraat in Tiel. Zijn ouders, Cornelis Gladbeek (*1817) en Jacoba van der Linden (*1817), waren toen nog ongetrouwd. Bij de huwelijksakte van 11 juli 1838 werd Hendrik Cornelis gewettigd. Vader Gladbeek was kleermaker en moeder stond geregistreerd als werkster. Een eenvou dig arbeidersgezin dus. Hendrik kreeg vier zusjes en een broer, Lambertus.3 Op die enige broer was hij bijzonder gesteld. Het lag voor de hand dat Hendrik bij zijn vader in de leer ging. Als zijn beroep wordt dan ook vermeld kleermaker-gezel. Zijn vader overleed echter al op veertigjarige leeftijd. Hendrik verloor niet alleen zijn vader, maar raakte ook zijn op leider kwijt. Na de dood van zijn vader kwam hij in Tiel in contact met mensen uit de evan gelisatiebeweging. Hun ideeën, voortkomend uit het Réveil, spraken hem sterk aan. In 1860 werd Hendrik Gladbeek assistent bij de ook in Tiel bekende evangelist J. van 't Lindenhout (*1836) in Nijmegen.4 Deze was in dienst van de Nederlandse Evangelisch Zutphen - 2014/4 111

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2014 | | pagina 15