Tonnenmaker Jo Terink aan het werk, ca. 1954. (foto:
Zeijlemaker, fotoarchief mevr. Heuvelink - Terink)
nu werd het neutrale melassespiritus de ba
sis voor de brandewijn, waaraan kruiden en
azijnzuur werden toegevoegd.
Mispelboomgaard
Zoon Hendrik jr. was inmiddels eigenaar
geworden. Op diverse adressen in de Zut-
phense binnenstad werden panden in ge
bruik genomen voor opslag. De panden in de
Bakkerstraat, Kolenstraat, Rode Torenstraat
en aan het Kerkhof waren eigendom. An
dere panden werden gehuurd. Een azijn-
makerij en een brandewijndistilleerderij 2e
klasse maakten ook deel uit van het bedrijf.
De stokerij op het Kerkhof was een distilleer
derij ie klasse. Deze klasse-indeling had te
maken met bevoegdheden en was wettelijk
vastgelegd ten behoeve van de accijnzen. De
bleek met de bleekhuisjes die achter de sto
kerij aan de andere zijde van de stadsmuur
lagen werden aangekocht. De huisjes dien
den als woningen voor personeelsleden. Op
de Bleek verrees een boomgaard met abriko
zen, bessen en pruimen. In de volksmond de
Mispelboomgaard, vernoemd naar de eigenaar
Bedrijfsleider en likeurmaker Wim Albers aan het
werk, ca.1960-65. (fotoarchief W. Albers)
Mispelblom van de distilleerderij en niet naar
de mispelboom zoals een hardnekkig misver
stand wil.
Eind 19e eeuw werkten er circa twintig man
in de stokerij. Een distilleerderij is een con
tinubedrijf. De kolenvuren onder de ketels
moeten blijven branden. De stokers werkten
in een wisseldienst van twaalf uur. De nacht-
^utphen - 2014/3 69