Wie was toch...
Arnold Joost van Keppel
In nauwelijks tien jaar tijd klimt Arnold Joost
van Keppel (*1670, bij Zutphen - f1718,
Den Haag), zoon van een verarmde landjon
ker uit de Zutphense ridderschap, op tot een
van de rijkste én invloedrijkste mannen van
de Republiek. Dat doet hij niet helemaal op
eigen kracht. Als jongeling aan het hof van
stadhouder Willem iii gekomen raakt hij na
diens bestijging van de Engelse troon steeds
sterker in de gunst van de koning-stadhouder.
Diens seksuele voorkeur voor mooie jonge
mannen is een publiek geheim. Willem iii
verleent Arnold de ene titel na de andere en
schenkt hem grote sommen geld.
In 1697 verheft Willem iii hem tot graaf
van Albemarle, en zorgt tevens voor zijn be
noeming tot generaal-majoor der cavalerie.
Bovendien laat Willem iii voor hem het pa
leisachtige Huis de Voorst bouwen, dat alle
andere landhuizen rond Zutphen doet ver
bleken. En passant regelt de koning-stadhou
der ook nog dat De Voorst de status van Hoge
Heerlijkheid krijgt, waardoor Van Keppel hoge
en lage jurisdictie krijgt over een uitgestrekt
gebied en bovendien exclusieve vis- en jacht-
rechten. Om de fonteinen en waterwerken
van De Voorst te voeden leidt Van Keppel het
water van de Berkel af. Daardoor komen in
Zutphen de stadswatermolens tot stilstand.
In Zutphen is men daarover furieus. Maar
pas als na de dood van Willem iii de Nieuwe
Plooiers het stadsbestuur vormen, durft men in
actie te komen. Op 27 april 1703 trekken de
burgercompagnieën met vliegende vaandels
en slaande trom de Laarpoort uit de vijand te
gemoet, te weten de Heerlijkheid De Voorst.
Alle jurisdictiepalen worden uitgetrokken,
bruggen en vonders afgebroken, het verlaat
gedempt. In de roes van de overwinning en
de meegebrachte brandewijn sneuvelt er
Arnold Joost van Keppel rond 1700. Olieverf op
doek (64,8 cm x 55,9 cm) van Godfrey Kneller.
(National Portrait Gallery, Londen)
hier en daar ook een fontein. Van Keppel is
op veldtocht in de zuidelijke Nederlanden
en doet bij thuiskomst zijn beklag. Hij mag
het bruggetje tussen De Voorst en Het Velde
herstellen. Uiteindelijk wint Zutphen toch. In
1705 besluit de Landdag van het Kwartier van
Zutphen tot opheffing van de Heerlijkheid
De Voorst.
Ook na Willems dood in 1702 blijft Arnold
Joost van Keppel hoge militaire en diplo
matieke functies in dienst van de Republiek
vervullen. Zijn relatie met Zutphen wordt na
1705 langzaam beter. Hij voorziet Zutphen
geregeld van garnizoenen. Na overwinnin
gen in de Spaanse Successieoorlog wordt hij
bevorderd tot generaal. In 1718 volgt nog de
benoeming tot gouverneur van 's-Hertogen-
bosch.
Rob Kammelar)
Bronnen
- A.H.Wertheim - Gijse Weenink, Twee woelige
jaren in Zutphen. De plooierijen van 1703 tot 1704,
Zutphen 1977.
- J. Harenberg, De Voorst, Alphen aan den Rijn
1981.
^utphen - 2014/3 85