Op 22 augustus 1567 arriveert de hertog van Alva
met zijn troepen te Brussel. (collectie Rijksmuseum
Amsterdam)
troepen naar de Nederlanden om de orde
te herstellen. Het inzetten van deze troepen
en de strenge bestraffing van de protestanten
zijn voor Willem van Oranje aanleiding om
over te gaan tot gewapend verzet. Dit wordt
door Alva snel de kop ingedrukt. Na deze
schermutselingen houdt de landvoogd zijn
leger op de been, hoewel zijn financiën dat
niet toelaten.
Dat leger is er nog steeds in 1571. De solda
ten worden ingekwartierd bij burgers, die ver
plicht zijn hun een kamer met tweepersoons
bed (voor twee soldaten of voor één soldaat
met zijn echtgenote), beddengoed, een tafel,
een bank, linnengoed, pannen, potten, ser
viesgoed en bestek te geven. Eten, drank en
kleding moeten de soldaten zelf kopen van
hun soldij. Dat geeft veel problemen, omdat
de soldaten veel te laat, en vaak zelfs in het
geheel niet betaald worden. De Spaanse troe
pen gaan over tot afpersing van drank, eten
en geld. Deze brute handelswijze is genoeg
zaam bekend bij Alva. Zo waarschuwt hij in
1569 de stad 's-Hertogenbosch om soldij voor
de soldaten beschikbaar te stellen, omdat hij
anders gewelddadige onlusten verwacht.6 De
soldaten maken zich hierdoor alom gehaat.
Steden en dorpen waar ze verblijven, probe
ren de overlast te beperken door hun wat
geld en goederen te 'lenen' totdat ze hun sol
dij krijgen, wetende dat de kans minimaal is
dat ze hun geld ooit terugkrijgen.
In 1571 heeft Alva echter zeer dringend geld
nodig. De Nederlandse staten willen dit al
leen geven als Alva zijn gehate troepen terug
trekt. Om het geld van de gewesten in han
den te krijgen laat Alva dan ook dit plakkaat
aanplakken.
Voor het Kwartier van Zutphen komt het
bevel als geroepen. Ook hier zijn in 1571
soldaten gelegerd die onderhouden moeten
worden met 'geleend' geld. En niet alleen de
soldaten jagen de bevolking op kosten. Ook
de legerleiding eist goederen, zoals voedsel,
kaarsen, brandhout evenals munitie, olie,
kruit, lood, paarden en wagens. Daarnaast
vordert de legerleiding werkkrachten, met
name gravers, veerlieden en sjouwers.7 De
kosten van een leger in de buurt lopen hier
door hoog op, en dat in een tijd waarin veel
^utphen - 2014/3 77