ft
p
ft' ft-
ze weer langs de tollen van Gelre varen. Het
gevolg laat zich raden: er komt helemaal geen
graan meer aan. De goed bedoelde verorde
ning schiet zijn doel geheel voorbij; het is niet
meer dan een lapmiddel. Om het graantekort
echt aan te pakken zullen er betere maatrege
len bedacht moeten worden.
Een koopman moet worden
gearresteerd
Op 8 maart 1571 geeft Gelre aan Zutphen de op
dracht enkele mensen uit Deventer aan te houden,
waaronder koopman Johan (of Jan) op Siel en zijn
vrouw. Twee Brusselse commissarissen hebben ont
dekt dat deze mensen zich op dit ogenblik in Zut-
phen bevinden. De arrestatie moet gebeuren in de
nacht van 9 op 10 maart en moet strikt geheim ge
houden worden. Er zijn die nacht nog meer arresta
ties gepland; er moet voorkomen worden dat de ver
dachten gealarmeerd worden en op de vlucht slaan.
Niet alleen honger, overstromingen en eco
nomische malaise zorgen voor onrust in de
Nederlanden. Er spelen ook godsdienstige
problemen. Er is veel kritiek op de misstan
den in de katholieke kerk, die er vaak toe
leiden dat mensen zich afkeren van het ka
tholicisme en protestant worden. Karel v en
Philips ii proberen de afvalligheid te keren
door die strafbaar te maken. Om overtreders
op te sporen richt Alva in 1567 een speciale
rechtsinstantie op, de Raad van Beroerten.
Commissarissen van deze raad zoeken actief
naar ketters, die de raad vervolgens berecht.
Als Brussel arrestaties van personen verlangt,
is dat dan ook bijna altijd op bevel van de
Raad van Beroerten.
Deze gang van zaken stuit op weerstand van
de lokale en gewestelijke bestuurders. Hun
privileges op het gebied van de rechtspraak
worden terzijde geschoven en veel autoritei
ten zijn het niet eens met het vervolgingsbe
leid van Brussel. Ze keuren de praktijken van
de 'dwalende katholieken' weliswaar af, maar
1JÜ
Zitting van de Raad van Beroerten - door het volk
'Bloedraad' genoemd - met aan het hoofd Alva.
(collectie Rijksmuseum Amsterdam)
ze willen nog weleens een oogje toeknijpen,
omdat ook zij misstanden in de katholieke
kerk zien. Daarnaast vinden lokale en gewes
telijke bestuurders de straffen voor de over
treders veel te zwaar. De tegenzin van veel
plaatselijke autoriteiten tegen dit beleid heeft
tot gevolg dat ze niet vervolgen, maar juist de
andere kant op kijken.
Na ontvangst van deze brief moet Zutphen
wel iets doen. Zonder actie loopt het stadsbe
stuur kans dat het in een kwaad daglicht komt
te staan bij de autoriteiten in Brussel. Dat kan
weer gevolgen hebben voor de privileges van
de stad, zoals het recht haar eigen bestuur
ders te kiezen. Dat recht verliest Amsterdam
in 1537. Brussel stelt dan in Amsterdam een
nieuw Spaansgezind stadsbestuur aan, om
dat Amsterdam te laks is opgetreden tegen
doopsgezinden. Dat wil Zutphen voorkomen.
Op 17 maart 1571 meldt de schout dan ook
succes. Hij heeft op 16 maart (dus niet op 10
maart, zoals gevraagd) een speelman aange
houden, genaamd Johan up Zyl. De schout
vraagt in zijn brief wat hij moet doen, daar de
speelman beweert onschuldig te zijn en zegt
verwisseld te zijn met iemand anders, die kort
daarvoor gevlucht is.3
^utphen - 2014/3 75