NICOLAI C O waren voor de librije treurig. In 1572 liet Berner de deuropening naar de bovenlibrije dichtmetselen. Die werd echter opengebro ken en vele boeken werden geroofd. Van aan kopen kon nauwelijks sprake zijn. De enige aanwinsten vormen in deze periode boeken uit verwoeste kloosters in de omgeving als het Broederenklooster van de Dominicanen of het Observantenklooster Galileeën. Toen Zutphen in 1591 na de inname door Maurits definitief voor de reformatie koos, werd het kapittel van de Sint-Walburgis op geheven. De kerk werd ontdaan van alles wat aan de katholieke eredienst herinnerde: het hoogkoor werd gesloopt, de crypte volgestort en vele altaren vernield.15 In 1608 besloot het stadsbestuur een nieuw slot voor de librije te maken, en voortaan had den alleen de predikant en de kerkmeesters en een 'inspecteur' van de librije een sleutel. De rector van de Latijnse school was in deze jaren ook vaak bibliothecaris van de librije. In deze periode werd de librije met name door de predikanten Gellius de Bouma, Baudartius en Damman uitgebreid met veel reformatori sche werken.16 Over de achttiende- en negentiende-eeuw- se geschiedenis van de librije valt niet veel te melden. Belangrijk zijn uit deze periode de catalogi die de predikanten Sluyter, Dreux en Van Wullen hebben aangelegd. De toestand van de librije was dermate slecht - er speel den kinderen tussen de lectrijnen - dat stads archivaris Tadema in december 1857 en juni 1858 een verzoek richtte aan de kerkvoogden om een deel van de boeken over te brengen naar het archief. Pas met de benoeming in 1899 van Koen- raad Oege Meinsma (1865-1929) tot archi varis van de stad en bibliothecaris van de li brije keerde het tij. Meinsma promoveerde in 1902 te Amsterdam op het proefschrift Middeleeuwsche bibliotheken, met daarin een PER NI C I TORINENSIS SI MVOIVTIONIBVS OKII< um cceleftium,Libri vu Habes in hoe opereiam recens nato,K aïdito, ftudiofe led or.Motus ftellarumtam fixarum, quam erraticarum.cum cx ueteribus, tum etiam ex recentibus obferuationibus reftitutos:8£ no* uisinfuperac admirabifibus hypothelibus or» natos.Habes etiam Tabulas expeditifeimasex quibus eofdem ad quoduis tempus quam facillï me calculare poteris.Igitur eme,lege,frucre. Norimbergaeapudloh. Petreium, Anno m, d. xl in. Afb. 6. Nicolaus Copernicus, De revolutionibus orbium coelestium LibriVI. CLZ nr. 225. belangrijk hoofdstuk over de librije. Van het proefschrift kwam in 1903 een handelseditie van de pers en in hetzelfde jaar verscheen de eerste gedrukte catalogus. Meinsma heeft veel betekend voor de librije.17 Zonder zijn in spanningen was de wereldberoemde boekerij vast en zeker ten onder gegaan. Na Meinsma heeft de Hervormde Gemeen te van Zutphen het beheer van de librije overgelaten aan een 'koster-kerkedienaar'.18 Initiatieven van buitenaf hebben er sindsdien voor gezorgd dat het beheer van de kostba re boeken en de wereldberoemde librije in meer professionele handen kwam. Aan het begin van dit lange traject - in 1955 - staat een brief van Hans Heiland, Konservator und Restaurator Bücher und Grafiken uit Gera, aan het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.19 Heiland beschrijft de zor gelijke toestand van de librije en biedt zijn diensten aan voor herstel. De bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek wordt ver volgens om raad gevraagd. Hierna duurt het lange jaren voor er daadwerkelijk actie wordt ondernomen om de klimatologische toestand in de librije te verbeteren. Dankzij een groot schalig restauratie- en conserveringsproject, 2"tphen - 2014/2 51

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2014 | | pagina 19