De kaart van 1764
eerder voor. Een Cunradus de Wapsne treedt
tussen andere dienstmannen van de graaf van
Zutphen op als getuige in een oorkonde van
1134. Hij zal domeinbestuuder zijn geweest
van de hof te Wapsum.1 In de vroegste stuk
ken van de hof te Wapsum komt de hertog
van Gelre voor als eigenaar. In Acten betreffende
Gelre en Zutphen 1376-1392 lezen we dat her
tog Willem van Gulik op 8 april 1392 de 'hof
te Wapsem, gelegen in de buerschap Wapsem
in onsen gerichte Brummen' verpacht aan Jo-
han van der Capellen.2 In Acten betreffende Gel-
re en Zutphen 1400-1404 worden de goederen
onder de hof te Wapsem genoemd.3 Willem
van Gulik schenkt op 1 april 1400 aan zijn
bastaard Johan 'onsen hoff tot Wapsen mit
sinen toebehoeren'. Dat toebehoren wordt
onder meer gevormd door de tienden op
'den Toege' (De Teuge) en de hoeven Wes-
terbroick, Ykinck en Wenerdinck. Westbroek
en Ickingsland zijn thans nog perceelsnamen
in het noordoosten van Voorstonden, Wener-
dinck is verder onbekend.
Nijhoff meldt in zijn Gedenkwaardigheden v
een akte waarin staat dat op 5 maart 1431
hertog Arnold verpandt aan Alart van Wije
en Egbert ten Have zijn tienden te Wapsen
en de tiend te Ukenre Oye onder Brummen.4
In 1515 is er een andere eigenaar. In Ge
denkwaardigheden vi staat dat Margaretha ten
Haaff, bijgestaan door Herman van Amstel,
op 23 september 1515 haar recht op de oude
en nieuwe tiend te Ukenrooi en te Wapsen
heeft opgedragen aan Willem Yseren, kanun
nik van de Sint-Walburg in Zutphen, ten be
hoeve van het kapittel aldaar.5
In het archief van de Geldersche Rekenka
mer bevinden zich de hiervoor door Nijhoff
genoemde stukken, met de charters, betref
fende deze tienden te Wapsum.6 In de overige
stukken in dat archief, lopend van 1560 tot
1716, gaat het steeds om pandrechten op de
hof te Wapsum of op gronden die daaronder
vallen.7
12 ^utphen - 2014/1
Uit voornoemde vermeldingen blijkt dat het
hier gaat om een complex van goederen: een
hof, enkele hoeven, die er nu niet meer zijn,
maar waarvan de namen deels voortleven als
perceelsnamen. Later gaat het om verpandin
gen en tienden. Welke goederen het betreft
wordt duidelijk uit twee kaarten van de hof te
Wapsum uit 1723 en 1764, die zich in het ar
chief van de Geldersche Rekenkamer bevin
den, de kaarten K 224 en K 225.® De kaarten
zijn vrijwel identiek; die van 1764 is duidelijk
afgeleid van die van 1723. Op beide kaarten
worden de percelen van de hof te Wapsum
in vijf blokken afgebeeld met een iets ande
re onderverdeling. Hier is de kaart uit 1764
afgebeeld, omdat deze duidelijker is en meer
namen geeft; in het bijzonder worden aan
grenzende percelen genoemd.
De titel van de kaart luidt Caart vertoonende
de zogenoemden Hoff tot Wapsum, gelegen in het
Quartier van Veluwe onder het Ampt van Brum
men, bij en omtrent den Canons-Dijk, onder welke
behooren de volgende Blokken, namentlijk:
1 Den Langen Camp
2 Den Wapsum
3 Stekken Kolk
4 Starenblik
5 Panders Landjen
6 De Witte Kolk
7 De Hooge Tichelkuyl
Alles toestendig de Provintiale Reken Camer van
Gelderland. Opgemeeten en in Caart gebragt door
Fred. Beijerinck, bij den Hove provintiaal van Gel
derland Geadmitt. Landmeter 17/12 1764
Het als zevende genoemde blok, De Hooge
Tichelkuyl, is op geen van beide kaarten inge
tekend. Tichelkuilen is een perceelsnaam in
Voorstonden die grenst aan de IJssel.
Vergelijken we de kaart van 1764 met die
van 1723, dan zien we enkele verschillen. De
kaart van 1723 deelt het blok Den Wapsum