XK Iiorpa
Kagcaie jotemutt. ~f~ jlgnce noüilié »wtlia'lKÉ»Uc«.4 ammlituob wwzgia
torttca»»' jporitottó. qi^t^taXtuOammUAuuiagipituie
O b i it. 6D.Ho/nanii s \*»iöt«w Ijomttrf f»m m jmw.ct <)0 et 6UObM Ubem
JvnouId^riorSaadi tib <wh fl»uocn«»rt.tWimcg «ui <n> cltmotiw fjwrtwrta,
Vrforti. 1684. - - -
^lucHtöfiraittinfluB^öeOtioljDuóéiMUlj» tfbmimowsftium.
wimö uattft'bdlae ntéiïu&.aiJtaati motie ma» oa out
bm pcttt) müilaw uutöc.m
4 ©na duaberöf OMttna>WJt;pn»«'tM«bcm''öttwö:ü Müi
tfróMtf, fhuitdt ajiuft outirwotuf. fagfotó oattobfe mihtio tjcbuex
Afb. 3. Gravin Averarda in het necrologium van
St.Vanne te Verdun, 11 augustus; detail uit het
handschrift Bibliothèque Municipale de Verdun ms. 7
fol. 203 ro.
jongere halfbroer Wichman was in 952, 956
en 960 graaf van Hamaland en de Veluwe.
Meginhard heeft hoogstwaarschijnlijk mee
gedaan met de grote opstand van 938—939
tegen koning Otto i 'de Grote' (936—973), en
dat bekocht met ambtsverlies en bezitsconfis-
catie. We weten dat Otto op 18 juli 944 in het
- toen dus geconfisceerde - Elten een andere
rebel heeft begenadigd. Dat had overal elders
kunnen plaatsvinden. Otto was, denk ik, naar
Elten gekomen om daar het Hamalandse gra
venhuis te begenadigen. Niet vader Megin-
hard, want die bleef ambtloos, maar Everhard
en Wichman konden in zijn vroegere graaf
schappen treden. Ook het geconfisqueerde
familiepatrimonium werd teruggegeven. De
Eltense burcht is toen met zekerheid aan
Wichman toegevallen, logischerwijs zou Ever-
hard dan Zutphen hebben gekregen.20
Over de Eltense linie van de familie weten
we het meest. Wichman werd vader van de
beruchte Adela, haar zuster Liutgard en
een zoontje Wichman, dat jong overleed.
Dat sterfgeval katalyseerde de ombouw van
Hoog-Elten tot kanonikessenstift, waar Liut-
gard eerste abdis werd. De vermogensover
dracht aan het stift veroorzaakte een slepen
de kwestie met Adela, bijgestaan door haar
echtgenoten, eerst graaf Immed en vervol
gens Balderik. Adela's eerste huwelijk bracht
kinderen voort, onder hen opvolger Diede-
rik. Bij zijn overlijden in 1017 of 1018 had hij
alleen dochters. De oudste, Addila (Addela),
huwde hertog Godfried ii van Nederlotharin-
gen (1012-1023) uit het gravenhuis Verdun.
Dat paar bleef kinderloos, maar de graaf
schappen van Addila's vader - Hamaland,
de Veluwe, Teisterbant, de Betuwe, de Duf
fel- en de Hettergouw - raakten in Verdun-
se handen. Diederiks jongere dochter, Bava,
werd al in of voor 1018 weduwe van Gerard
Flamens, 'de Vlaming'. Die toenaam droeg hij
vermoedelijk door zijn afkomst uit het gra
venhuis van Kamerijk, een jongere linie van
het Vlaamse huis.21
Toen Bava weduwe werd, waren haar zoons
Gerard en Diederik hooguit kleuters. Hun
oom hertog Godfried heeft zich over hen
ontfermd, maar overleed in 1023. Zijn broer
Gozlin/Gozelo volgde op, in Nederlotharin-
gen maar vast ook in de posities waarop de
broertjes Flamens aanspraak hadden: Gerard
Flamens junior is in 1033 zichtbaar in de naas
te omgeving van Gozelo. Die kreeg datzelfde
jaar ook het hertogdom Opperlotharingen,
maar deed dat over aan zijn oudste zoon
Godfried 'met de Baard'. Toen Gozelo in
1044 overleed, had 'de Baard' aanspraak op
Nederlotharingen, maar koning Hendrik iii
(1039—1056) onthield hem dat - 'tegen alle
^utphen - 2013/3
77