'geruineert ende verbrant' Orgelmotor grondgebied van de parochie uit acht mar ken: Warnsveld, Warken, Leesten, Vierakker, Bronsbergen en Wichmond, Eefde, Rijsselt en Angeren. De leiding van een marke, een kleine economische eenheid, was in handen van een markenrichter, veelal een vooraan staand persoon. Markenrichters waren ambts halve ook opperkerkmeester, en hadden de leiding over het zakelijk werk van de kerk. Over de omvang van de gemeente Warns- veld schrijft Van Til nog in 1832: die een verbazingwekkende uitgestrektheid heeft en de stad [Zutphen, H.M.] van de eene zijde des IJssels tot de andere, als een halve maan omringt'14 Gegevens over de overgang naar de refor matie in Warnsveld ontbreken geheel in het kerkarchief. Alleen uit de vermelding dat Johannes Tremoniensis uit Steenderen van 1602 tot 1604 predikant in Warnsveld was, blijkt de verandering van de godsdienstige toestand.15 In de zomer van 1668 wordt Wilhelmus Christianides benoemd tot predikant in het kerspel Warnsveld, dat toen ook Wichmond en Eefde omvatte. Hij schafte een degelijk schrijfboek aan, waarvan de perkamenten band werd voorzien van de titel Kerckenboeck van Warnsveldt. Hierin noteerde hij het wel en wee van de kerkelijke gemeenschap; het zou het begin van het kerkelijk archief zijn. Want hoewel Warnsveld al in 1602 zijn eerste predikant had, zijn de aantekeningen uit die begintijd helaas verloren gegaan. Ook Chris tianides' opvolgers hebben, zij het lang niet altijd even consequent, belangrijke gebeurte nissen vastgelegd. Makkelijk heeft Christianides het niet ge had. Enkele jaren na zijn benoeming raakte ons land in oorlog met Frankrijk. Ook voor Warnsveld werd 1672 een rampjaar. In zijn verslag uit 1674 staat: 'De Kercke van Warns- velt door de Fransen geheel van binnen sijn- de geruineert ende verbrant heb ick Wilhelm Christianides, Predicant, neffens onsen Kos ter Wessel van Santbergen, begonnen tot des- zelfs Reparatie een Collecte tedoen op den 4 july 1674'. Het geld moest bijeen geschraapt worden 'alsoo daer geen gelt in voorraat en was'. Hij wist uiteindelijk ruim 555 gulden bij een te krijgen. De opperkerkmeesters waar deerden dat, zoals blijkt uit hun akkoordver klaring: 'Desen allen nagesien hebben wij soo D. Christianides als den Koster Santbergen voor haer aangenoomen moiten ende neersti- cheyt ten goede van Gods Kercke bedanckt'.16 In 1745 werd Engelbert Wilhelm Verbeek, 24 jaar oud, als predikant in Warnsveld be vestigd. Hij verwaarloosde zijn administratie, weigerde soms ter vergadering te komen, en kwam zijn verplichting ten aanzien van de catechese niet na, zodat geen nieuwe lidma ten konden worden aangenomen. Er was veel kritiek op zijn functioneren. De catechiseer meester, die ter ondersteuning van Verbeek werd aangesteld, moest al spoedig melden dat hij 'de genegenheid van ds. Verbeek heeft verloren'. Na veel klachten uit de gemeente en brieven aan de classis greep ten slotte het provinciale hof in. Maar er kwam geen oplos sing. Uiteindelijk ontsloeg het hof hem met ingang van Pinksteren 1784, met behoud van toelage. In het kerkarchief vinden we diverse in structies voor kosters. Kennelijk was het af en toe nodig de afspraken aan te scherpen of aan de veranderende tijd aan te passen. Want wat te denken van de volgende bepaling uit 1852 over klokluiden: 'Instructie van den Koster bij de Christelijke Hervormde Gemeente te Warnsveld: eerste maal: een uur voor den aanvang van de godsdienstoefening tweede maal: twintig minuten tevoren, iedere keer vijf minuten lang.' ^utphen - 2013/2 39

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2013 | | pagina 7