Revoluties worden. Ondanks de oorlogen met Engeland, die steeds weer gingen over de heerschappij op zee, was door het huwelijk van stadhouder Willem ii met Henriëtte Maria Stuart een band met Engeland ontstaan. Deze verbinte nis werd nog eens versterkt door het huwelijk van hun zoon Willem iii met Mary Stuart, die respectievelijk koning en koningin van En geland werden. Het was een 'protestantse' lotsverbondenheid die de Engelsen politiek goed uitkwam. Onder druk van de Engelse regering wilde de latere stadhouder Willem v het landleger uitbreiden als tegenwicht voor Engelands erfvijand Frankrijk. Met het geld dat daaraan werd besteed, kon men immers geen schepen bouwen. De patriotten daarentegen pleitten voor uitbreiding van de vloot en bescherming van de handel. Daardoor werden zij verklaar de tegenstanders van Engeland, dat op zee geen concurrentie duldde. Bovendien werd de patriotten hoogst kwalijk genomen dat zij sympathie koesterden voor het katholieke Frankrijk, waar bovendien verderfelijke Ver lichtingsideeën waren ontsproten. Het leek allemaal ver van Zutphen verwijderd, maar dat was schijn. Gestimuleerd door ideeën uit de Verlichting en de toegenomen mondigheid ging in de jaren zeventig in verscheidene gewesten oud zeer uit het begin van de achttiende eeuw op nieuw branden, toen de burgerij tevergeefs had gevraagd om enige invloed in de stads besturen. Het waren echter niet alleen bur gers die op de barricaden klommen, ook uit de aristocratie hoorde men stemmen opgaan van verlichte regenten die meenden dat het tij was gekeerd en dat regeringsreglementen moesten worden aangepast. Weliswaar doelde men niet op een omwenteling van het staats bestel, maar op het herstel van de bevoegdhe den van de burgerij die zelf wilde uitmaken wie zitting moest hebben in de 'colleges van gemeenslieden', die zij als het tweede lid van de stadsregering beschouwde. Dat college bestond van oudsher uit verte genwoordigers van de gilden, broederschap pen, burgercompagnieën en respectabele be roepen, maar gaandeweg waren de magistraat van de stad, de Staten van het Kwartier en het Gewest, onder goedkeuring van de stad houder, gaan uitmaken wie daarin moesten worden benoemd. Een kandidaat die niet de zegen had van de stadhouder, maakte geen kans op een benoeming. Bovendien, benoe mingen van zowel de vroedschappen als van de colleges van gemeenslieden waren benoe mingen voor het leven geworden, en ook dat zat de burgerij dwars. Menige magistraat die vreesde voor wan orde en oproer, trachtte de onrust met ge weld te beteugelen. Dit had tot gevolg dat de tegenstellingen zich verhardden en dat in 1784 in Zutphen, maar ook elders, revoluties plaatsvonden die zelfs het karakter van een burgeroorlog kregen. De regenten moesten het veld ruimen, en de patriotten namen in een aantal steden hun rol over. Het was een overwinning die van korte duur zou zijn. Al in 1787 was ze voorbij, althans voor enkele jaren. De regenten namen hun plaatsen weer in, hier en daar met burgers in de vroedschappen, maar de stadhouders- gezinden hadden het pleit royaal gewonnen dankzij het militair ingrijpen van de Engelsen en de Pruisen. Die gebeurtenissen hadden tot gevolg dat achter het decor van 'aangenaam en gezel lig verkeer' ook in de sociëteit afrekeningen plaatsvonden tussen patriotten en orangis ten. De patriotten verdwenen uit de sociëteit. Een aantal van hen moest het vege lijf red den door naar de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk te vluchten. Tot de Zutphenaren die de wijk moesten nemen, behoorde ook Robert Jasper van der Capellen. Hij werd in 48 ^utphen - 2013/2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2013 | | pagina 16