Noodremming
Onhoudbare toestanden bij
'Onderdak en Verzorging'
Ver beneden nul
begonnen de wielen van tractor 'dol te draai
en'. Ondanks de mist, die het zicht tot circa
honderdvijftig meter beperkte, zag en hoor
de de tractorbestuurder de trein naderen. Hij
raakte niet in paniek, maar koppelde de trac
tor en de pers los. De dorsmachine kon hij
uiteraard niet in beweging krijgen.
De machinist van de trein kreeg het gevaar
te op de overweg pas vrij laat in het oog. Hij
stelde onmiddellijk een noodremming in
en haastte zich vervolgens uit zijn cabine de
trein in. Na de botsing met de dorsmachine
had de trein nog ongeveer honderd meter
nodig voor hij tot stilstand kwam. Later is de
Blauwe Engel naar het station van Zutphen
gesleept, waar de wel wat geschrokken maar
ongedeerde reizigers ruim een uur over tijd
aankwamen. Niet zonder moeite slaagde men
er met een takelwagen in om het wrak van de
dorsmachine van de overweg te verwijderen.
6 februari 1963 Een voorname gevel aan de
Zutphense Zaadmarkt. Wat daarachter schuil
gaat, is het tehuis van de stichting 'Onderdak
en Verzorging'. Inderdaad, de 27 probleem
bejaarden en lichamelijk of geestelijk ge
handicapten die aan de stichting zijn toever
trouwd, zijn er onderdak en worden zo goed
mogelijk verzorgd. Maar de toestanden in het
huis moeten beslist onhoudbaar worden ge
noemd.
Reuma- en andere patiënten slapen in
vochtige kamertjes; hoog-bejaarden
en zelfs blinden moeten vaak op handen en
voeten de trappen op om hun koude slaap
vertrekken te bereiken. De verwarming laat
zo veel te wensen over dat enkele bejaarden
van het huis wegens de koude in een zieken-
Een van de zolderkamertjes, die én koud én brand
gevaarlijk zijn. (Stedelijk Museum Zutphen, collectie
Zeylemaker)
huis moesten worden opgenomen. Men hoeft
geen bouwkundige te zijn om te beseffen dat
verbouwing van het tehuis een even moeilijke
als kostbare onderneming zal zijn. Vooropge
steld dat men er - met het oog op de gevel
- vergunning voor zou kunnen krijgen. De
kolossale blinde zijmuren zouden een gerief
lijker indeling van het pand trouwens vrijwel
onmogelijk maken.
Deze barre winter heeft geleerd hoe onhoud
baar de toestanden in het tehuis van Onder
dak en Verzorging eigenlijk wel zijn. Op de
slaapzaaltjes - hokkerige kamertjes met drie
tot acht bedden - waren de temperaturen de
afgelopen weken dikwijls heel ver beneden
nul. De gloeiende staafjes aan de wanden
(gewoonlijk gebruikt om kleine badcellen
enigszins te verwarmen) sorteerden vrijwel
geen effect. En door de slecht sluitende deu
ren en ramen tochtte aanhoudend de koude
vrieswind naar binnen. Dit laatste euvel werd
enigszins ondervangen met vellen doorzich
tig plastic, die met punaises tegen de kozij
nen waren geprikt. Het hielp iets maar niet
veel, want het bleef te koud, zeker voor de be
jaarden, die nu eenmaal niet zo gemakkelijk
warm worden.
24 ^utphen - 2013/1