Bernhard van Meurs
Bernhard van Meurs (f1501) is een jonge
graaf die in september 1493 een maanbrief
stuurt aan Karel, hertog van Gelre, graaf van
Zutphen (1478-1538). Hij zit op dat moment
al anderhalfjaar voor de hertog van Gelre ge
vangen in Peronne in Frankrijk.
Karel van Gelre is in de slag bij Béthune
(1476) gevangengenomen door de Franse ko
ning. Deze eist een fors losgeld van de Gelder
se steden en edelen, maar zij doen niets. In
1489 schrijft Karel een brief aan de Gelderse
steden om hem vrij te kopen, zodat hij hertog
van Gelre kan worden. Na onderhandelingen
betalen de Gelderse edelen voor Karel een
deel van de geëiste tachtigduizend goudgul
dens. Voor het resterende bedrag zal de jonge
graaf Bernhard van Meurs voor twee maan
den in gijzeling gaan. Karel belooft hem vrij te
kopen zodra hij hertog is. In maart 1492 komt
Karel vrij; niet lang daarna wordt hij ingehul
digd als hertog van Gelre. Maar Bernhard zal
ruim acht jaar in gijzeling blijven.
In november 1493 stuurt Bernhard een
klaagbrief naar alle steden, vorsten en edelen
van Gelre. Hij klaagt dat de hertog zich niet
aan zijn belofte houdt en vraagt hen bij de
hertog aan te dringen op zijn vrijlating. Hij
schrijft niet alleen een tekst, maar tekent het
verhaal ook als een striptekening met tekst-
balonnetjes. Deze klaagbrief is aan de maan
brief geplakt en openbaar aangeplakt in heel
Gelre. Het document is een van de mooiste
archiefstukken van het Regionaal Archief in
Zutphen.
Pas als Bernhards zwager René van Lotha
ringen het geld voorschiet en de Staten van
Gelre zich garant stellen voor de betaling in
juni 1500, komt Bernhard van Meurs vrij. Hij
wordt samen met hertog Karel van Gelre luis
terrijk onthaald in Arnhem. De stad Zutphen
Het bovenste deel is de maanbrief van september
1493, aangeboden aan hertog Otto van Gelre
(linksboven). Het onderste deel is de klaagbrief van
december 1493. Bernhard van Meurs staat (nog als
vrij man) op de klaagbrief links onder vlak voor de
gevangenis van Karel, graaf van Zutphen. (Regionaal
Archief Zutphen)
stuurt muzikanten naar Arnhem en geeft
Bernhard een paard als welkomstgeschenk.
Maar Bernhard kan niet lang van zijn vrijheid
genieten. In juli 1501 werpt Karel van Gel-
re zich op als erfgenaam van Bernhard van
Meurs. Hij wil de 35.000 goudguldens terug
die voor Bernhards vrijlating zijn betaald. Dat
kan alleen als Bernhard is overleden. Het op
geëiste bedrag is door de familie nooit aan
Karel van Gelre betaald.
(Jessie Jongejans)
Bron/Literatuur
- Oud Archief Zutphen, 0001-2386 (P11) met
toelichting bij de bron op de website van het
Regionaal Archief Zutphen.
- L. Lensen W.H. Heitling, Tussen schandpaal
en schavot: boeven, booswichten, martelaren en hun
rechters, Zutphen z.j.
Zutphen - 2013/1