De kaart van 1628
uit Den Dam waren tegen plaggen maaien,
beesten weiden of houtkap op de Wolfeler-
marke, kunnen de getuigen niets zeggen. De
tweede vraag is hoe de getuigen weten dat de
Boedelhof geen gerechtigheid in de Wolfeler-
marke zou hebben. Hebben zij ooit gehoord
dat de Boedelhof een gezegelde brief heeft
'over een waere in de alinge Wulfler marke'?
Dat hebben zij geen van allen. Een van de
getuigen is wat uitvoeriger. Hij weet niet van
gerechtigdheid of ongerechtigdheid van de
Boedelhof, 'alleen dat zij 't Wulfler velt niet
gebruikt hebben, heeft ook van geen zegel of
breve gehoord'.
Aan getuige Gerrit Duivenbeke worden
apart nog wat vragen gesteld. Zij gaan vooral
over het bedienen van het hek in het menne-
gat. Kon dat door die van de Boedelhof zelf
worden geopend en gesloten, en als het open
was, konden de beesten dan zonder bezwaren
weiden op de Wolfelermarke? Ja, de Boedel
hof bediende het hek zelf en als het 's zomers
dicht was, dan was dat om de beesten niet van
het veld in het bos te laten lopen.
Alexander van der Capellen van de Boedel
hof brengt ook zelf getuigen in en wel op 20
oktober 1627. Een van hen, Hendrik Gerrits,
zegt dat hij al wel dertig jaar geleden een
mennegat gezien heeft van het Boelhover
bos naar het Wolfelerveld, en hij heeft ook
gezien dat Jan Swavink, toen bouwman op de
Boedelhof, dat pad gebruikte om zijn beesten
op het Wolfelerveld te brengen. Hij weet ook
dat Herman, de tegenwoordige bouwman op
de Boedelhof 'over dit mennegat voorschre
ven] op 't Wulfeler velt zijne beesten drijvet
ende weydet en daarover oock zijn plaggen
van de velden waarinne den Boedelhof be-
rechtiget yder tijt gehalet ende doorgevoert
heeft ende noch doet'.
In een laatste getuigenverhoor, van 30 janu
ari 1630, wordt wat meer duidelijk over de
verhoudingen tussen Eefde, Wilsingveld (dat
we op de kaart zullen zien) en Wolfelerveld.
Gerrit Jan van der Capellen van de Dam voert
getuigen ten tonele die lang op de Boedelhof
gewerkt hebben en wellicht nog werken. Hun
wordt gevraagd in welke velden de Boedelhof
plaggen maaide, of zij het 'Dammerveld, ge
noemd de Wolfelermark', gebruikt hebben.8
Zij antwoorden dat dat steeds het Harfsense
veld was, ook wel het Wilsingveld. Het Wolfe-
lerveld werd niet gebruikt voor hout of plag
gen; wel hebben zij gezien dat er 's winters
vee in ging. Dit laatste verhoor zal ook de re
den zijn dat kopieën uit het markenboek van
de marke Eefde in het dossier zitten.
Dat brengt ons bij de kaart van Nicolaes van
Geelkercken9 uit 1628, waar we 'Die Wulfeler
merct' zien, die in het oosten overgaat in het
Wilsingveld. Op de kaart wijst de noordpijl
naar links onder. Dat betekent dat we de kaart
iets meer dan een kwartslag moeten draaien.
Huis Den Dam is in het zuidwesten afgebeeld;
bij de Boedelhof zien we alleen een leeg ei
land en een gracht. Het huis was verwoest in
de Tachtigjarige Oorlog en werd pas in 1638
herbouwd. De lijn (een beexken volgens Van
Geelkercken) tussen huis Den Dam, rechts
onder aan de kaart, naar de Boedelhof, links
op de kaart, loopt van zuidwest naar noord
oost. De 'Wulfeler merct' ligt ten oosten van
deze lijn en gaat over in het Wilsingveld. Als
begrenzing tussen beide velden worden twee
markenpalen aangegeven. In het Wilsingveld
zien we het erve Beusekom. In het zuiden
staan de boerderijen Kunzel en Focking, bij
Den Dam ligt het Klaphek, bij de Boedelhof
Meulenstal.
Van dit geheel is thans niets meer te zien.
De genoemde zuidwest-noordoostlijn gaat
precies over het sluizencomplex van Eefde;
Den Dam ligt aan de Zutphense kant van het
^utphen - 2012/4 111