Marken rondom Zutphen
De Wolfelermarke
Van der Capellen contra Van der
Capellen
Op de rechteroever van de IJssel zien we met
de klok mee van noord naar zuid rondom
Zutphen achtereenvolgens de marken Rijssel,
Angeren, de Wolfelermarke, Eefde, Warns-
veld, Leesten, Vierakker en Bronsbergen
Wichmond. Markenboeken zijn bewaard van
Rijssel, Angeren, Warnsveld, Vierakker en
Bronsbergen Wichmond. Meestal zijn er
ook nog andere archiefstukken. Aan het be
staan van deze marken hoeft dus niet getwij
feld te worden.
Maar hoe zit het met de drie andere marken:
de Wolfelermarke, Eefde en Leesten? JJ.S.
Sloet spoorde voor zijn Geldersche markerech
ten de wetgevende artikelen van alle marken
op. Hij noemt de Wolfelermarke niet, en hij
is heel kort over Eefde en Leesten.1 Bij Eef
de zegt hij: 'De mark van Eefde, 250 bunder
groot, werd in 1827 verdeeld. Ik heb geene
stukken kunnen opsporen', en bij Leesten:
'Ook van de mark van Leesten schijnen geen
stukken meer te bestaan. Deze mark werd in
1826 ontbonden Toch benoemt hij deze
twee als marke, evenals Warnsveld en Rijssel
waarvan de markenboeken pas na het ver
schijnen van zijn boek tevoorschijn kwamen.
Terecht, zoals bleek, want aan de hand van
andere archiefbronnen kon van Eefde en
Leesten een deel van hun geschiedenis nage
gaan worden. Daarbij bleek dat het inderdaad
volwaardige marken waren. In processen in
de zeventiende eeuw gevoerd voor het Scholt-
ambt Zutphen en voor het Hof van Gelre
werd geciteerd uit de inmiddels verloren ge-
gane markenboeken van Eefde en Leesten.2
Er zijn afschriften van markenvergaderingen
van beide marken; voor Eefde zijn er tevens
lijsten van gewaarde erven uit 1572 en 1732.
Ook de enig overgebleven archiefstukken van
deze marken zijn wat dit betreft duidelijk; het
zijn stukken die bezittingen van de ontbon
den marken betreffen.3
106 ^utphen - 2012/4
Anders ligt het met de Wolfelermarke. Zoals
gezegd noemt Sloet in zijn Geldersche mar
kerechten deze marke niet. A.H. Martens van
Sevenhoven doet dat daarentegen wel in zijn
Marken in Gelderland.4 In dit boek beredeneert
hij het opnemen van marken in de marken-
kaart van de Geschiedkundige Atlas van Neder
land en geeft hij hun grenzen aan. Voor de
Wolfelermarke noemt hij twee bronnen. Hij
verwijst naar zijn artikel 'Waren er ambtsjon
kers in de graafschap Zutphen?' in Bijdragen
en Mededelingen Gelre XIX. Hierin noemt hij
een stuk uit 1719 waarin gesproken wordt
over negen marken die bijdragen aan het
onderhoud van de kerk te Warnsveld. Bij de
kleine marken wordt dan de Wolfelermarke
genoemd. Dit is echter een eenmalige opsom
ming. In de tweede helft van de achttiende
eeuw hebben steeds acht marken bemoeienis
met de kerk van Warnsveld, waarbij dan nooit
de Wolfelermarke genoemd wordt.5
Als tweede bron noemt Martens van Seven-
hoven een proces gevoerd voor het Scholt-
ambt Zutphen van 1628 tot 1630. Het proces
ging tussen de gebroeders Alexander van der
Capellen van de Boedelhof en Gerrit Jan van
der Capellen van den Dam. Aangezien dat de
enige keer is dat uitvoerig op de Wolfelermar-
ke wordt ingegaan, en er bovendien bij de
stukken een kaart van Nicolaes van Geelker-
cken uit 1628 hoort, zullen we hier dat proces
bespreken en daarbij vooral letten op de ge
bruikte terminologie: ging het om een marke
of over een stuk veldgrond.
Het proces ging, zoals gezegd, tussen twee
broers Van der Capellen: Gerrit Jan en Alex
ander. Hun vader, Gerlach van der Capellen
(1543-1625), bezat zowel de Boedelhof als
Den Dam. In 1628 was Gerrit Jan eigenaar
van Den Dam, terwijl Alexander de Boedel
hof bezat.