Ontwikkelingen na 1865 worden aangepast. Het zand voor de spoor dijk en de aangepaste vestingwerken wordt elders op de Mars gegraven, waardoor twee vijvers ontstaan die de kern gaan vormen voor het Coenenspark. Allereerst de aanleg van het Coenenspark, dat aan het begin van de 20e eeuw al weer sneuvelt. Ter wille van de gewenste opmars van de industrie worden in de jaren 1916 1923 de vijvers gedempt, en wordt het terrein van het park opgespoten. De spoorlijn Arnhem-Zwolle en de lijnen naar Winterswijk en Hengelo gaan de nieu we zuidgrens van de Mars vormen. Nogal wat spoorwegpersoneel gaat op de Mars wonen. Over de Mars lopen voorts fabriekssporen, die inmiddels - op een enkel restant na - alle weer verdwenen zijn. Tussen 1926 en 1944 loopt over de Mars ook de tramlijn naar Deventer. Havens komen en gaan grotendeels ook weer. Dat laatste houdt verband met hun af nemende betekenis voor de industrie. De Noorderhaven wordt gegraven in 1880 en gedempt in 1970. De Gasfabriekshaven wordt aangelegd in 1905 in verband met de verhui zing van de gasfabriek vanuit het centrum van Zutphen naar de Mars. Hij wordt later door Buurtbewoners samen aan de slag voor een clubge bouw. (particuliere collectie) Prentbriefkaart van het Coenenspark. (particuliere collectie) Polbeek in de IJssel uitmondt, ligt sinds 1795 een ander verdedigingswerk: Fort de Pol. Tot 1874 verandert er niet veel op de Mars. Dat komt doordat de Mars het voorterrein is van de vesting, en de wetgeving sinds 1814 een verbod kent om tot een afstand van 300 roeden (1130 meter) rondom de vesting te bouwen. In 1874 wordt de vestingstatus op geheven, wat de mogelijkheid opent het ge bied te gaan ontwikkelen. Op één punt is het rijk de gemeente dan al voor geweest: tussen 1861 en 1865 wordt dwars door de vesting de spoorlijn Arnhem-Zwolle aangelegd, waar door de vestingwerken op de Mars moeten 68 ^utphen - 2012/3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2012 | | pagina 4