Repatrianten in Bornhof
Hulpeloos
Voor niets
ton, zodat - de gemeentelijke bijdrage buiten
beschouwing gelaten - gemiddeld 850 voor
rekening van de eigenaar blijft. Onder de
huidige regeling kan in dit laatste bedrag een
bijdrage worden verkregen van 50%, zodat
425 ten laste van de eigenaar blijft.
27 september 1962 - Tweeënnegentig repa
trianten uit Nieuw-Guinea zijn gistermorgen
in het gebouw van het oude Bornhof gearri
veerd. De vrouwen droegen dikke jassen. Ze
staarden een beetje verloren voor zich uit,
wachtten bij hun stapeltje bagage tot alles
compleet was. Langzaam gingen hun blikken
omhoog langs de muren, de ramen met de
witte gordijntjes, waarachter ze straks zouden
zitten. Ze komen in een schoon, proper ka
mertje, maar alle dingen waar ze van houden
- het grootste deel van hun interieur - hebben
ze in Nieuw-Guinea moeten achterlaten.
Een baby'tje van nog geen half jaar sliep
op de arm van zijn moeder, onbewust
van zijn nieuwe woonplaats, onbewust van
een nieuwe toekomst, die hier opgebouwd
moet worden. Een klein meisje met gitzwarte
ogen drukte stevig de grote pop tegen zich
aan. Het was haar enige bezit. Ze was verle
gen. Heel schuchter, maar tevens bijzonder
zangerig klonk haar stemmetje, toen ze vertel
de hoe het poppenkind heette: 'Eeeeefie...'
De zon bescheen de bomen in het hofje, de
rode verwilderde roosjes in de perkjes spiegel
den in het glas van de ramen. Binnen hadden
de dames van de Ned. Vereniging van Huis
vrouwen bosjes bloemen op tafel gezet, om
alles een beetje op te vrolijken. Een vrouw in
een grijze wollen jas zat met haar tien kinde
ren aan een tafel: 'Ik kom uit Manokwari. We
zijn met het vliegtuig naar Holland gekomen.
De eerste repatrianten uit Nieuw-Guinea arriveren
met hun schaarse bezittingen in het oude Bornhof.
(foto Zeylemaker, Stedelijk Museum Zutphen)
Een beetje duizelig werd ik er wel van. Nee,
we zijn echt nog niet gewend.' Een beetje
hulpeloos haalde ze haar schouders op. Ver
legen sloeg het knaapje op haar schoot zijn
ogen neer.
Aan een ander tafeltje zaten een man en een
vrouw. De man vertelde: 'In Nieuw-Guinea
had ik een transportbedrijf. Helemaal zelf
opgebouwd. Een goedlopende zaak. Alles
heb ik achter moeten laten. Eerst in Indië
al. Toen we daar uit werden gezet, ben ik in
Nieuw-Guinea opnieuw begonnen. Ik heb
ervoor gewerkt: dag en nacht. En nu. alles
voor niets. Ik durf niet meer. Ik durf gewoon
niet meer te beginnen.'
's Middags kon men de repatrianten in de
stad tegenkomen. Met het vvv-gidsje Kom
over de brug, dat hun was aangeboden door
de Ned. Vereniging van Huisvrouwen, in de
hand, dwaalden ze door de straten: de eerste
speurtocht in hun nieuwe woonplaats.
(Deze artikelen hebben als bron het Zutphens Dag
blad. Ze zijn soms ingekort.)
^utphen - 2012/3