Werktypering Veelzijdig lem van der Worp een groot verlies. Zijn zoon wordt in zijn plaats in het bestuur gekozen. Herman krijgt de bestuursfunctie direkteur van orde. Dat wil zeggen dat hij belast wordt met de inrichting van tentoonstellingen en de leiding van de kunstbeschouwingen. Hij wordt herkozen tot in 1911, als hij al niet meer in Zutphen woont. Al voor zijn bestuurslidmaatschap is Herman actief voor Pictura, zoals bij een tentoonstel ling in 1877, waar zijn inzet bij de inrichting beloond wordt met een geschenk van het bestuur: een met schildersbenodigdheden gevulde schilderskist met ezel. Hieruit zou men kunnen opmaken dat hij dan nog niet erg actief is als schilder, hoewel er op deze tentoonstelling wel een schilderij van hem hangt. In de volgende decennia neemt Her man herhaaldelijk deel aan groepstentoon stellingen van Pictura. In 1881 beloont een gerenommeerde jury een ingezonden werk van hem met een van de medailles, waarbij hij in gezelschap verkeert van kunstenaars die nu nog landelijke bekendheid genieten. Bosgezichten zijn het meest voorkomend. Zijn oeuvre is niet vernieuwend, ook niet ge zien vanuit zijn tijd. Hij is te typeren als late navolger van de school van Barbizon.16 In het midden van de 19de eeuw zoekt deze Fran se schildersgroep het ongerepte landschap, omdat 'de stad niet deugt'. Ze schilderen met losse toets, zonder gedetailleerde afwerking. Dit kenmerkt ook Hermans lange carrière, zonder in de basis essentiële veranderingen te ondergaan. Hij doet, naar een criticus uit zijn tijd, niet aan 'ismen', noch aan 'scho len'.17 Eenmanstentoonstellingen heeft Herman vaker. Zoals een verkooptentoonstelling in 1897 in de Groote Sociëteit, van voorname lijk landschapsschilderijen, die 'zeer de moei te van een bezichtiging waard zijn met een zeldzame realiteit weergegeven'. Titels zijn onder andere Eiken nabij het huis 't Velde, Weide aan de Berkel (Nazomer) en Op den Houtwal (Zutphen). In 1900 is er een verkooptentoonstelling in de Groote Sociëteit, met opnieuw veel land- schappen.18 Te zien zijn verder onder meer Het Klooster te Zutphen (zijn werkplaats dus), Gezicht op Warnsveld en Melkbrugje (Helbergen). Een van de kopers is een lid van de familie Spier,19 welke familie een belangrijke rol speelt binnen de Joodse gemeenschap in Zut phen; Jo Spier wordt een beroemde tekenaar. Volgens een recensent trekt Hermans werk ook tussen schilderijen van bekende mees ters in hoge mate de aandacht. In 1901 volgt opnieuw een eenmansexpositie in de Groote Sociëteit, prijzen van dertig tot vijftig gulden, met onder meer Gezicht op Zutphen en Gracht bij het huis de Voorst. Behalve talentvol schilder is Herman een groot muziekliefhebber, met een goed tenorgeluid. Hij is een der eerste leden bij de oprichting van het Zutphensch Mannenkoor. Ook is hij lid van de Zutphense afdeling van de gemengde zangvereniging Maatschappij ter bevordering der Toonkunst.20 Bij beide koren is hij bovendien jarenlang penning- meester.21 Rond 1880 is Herman korporaal bij de Dienstdoende Schutterij en bestuurslid van de Schutterij-Scherpschutters-Vereeniging, waardoor hij kan deelnemen aan schietoefe ningen op de stedelijke schietbaan buiten de Laarpoort.22 Zijn bijziendheid hindert hem ook hierbij blijkbaar niet. Hij is vrijgezel. Mensen die hem in Delden meemaakten,23 spreken over een vriendelijke man, een echte kindervriend, die opviel door ^utphen - 2012/3 81

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2012 | | pagina 17