Vreemde capriolen De Mosa, hier in Amsterdam. Om daar te komen zakten de monitors de IJssel af, voeren voorbij Kampen de Ketel op en staken vervolgens de Zui derzee over. (collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie) machines gestopt. Kranen en kleppen werden gesloten. Het schip werd zo veel mogelijk lens gepompt. Vijf matrozen - die bij normale dienst niets in de machinekamer te zoeken hadden - moesten helpen bij het droogma ken. Tegelijkertijd werden de overige matro zen aan het lappen en naaien gezet. Doordat het regende kon dat niet zoals gewoonlijk aan dek worden gedaan. Vervolgens werd het tussendek schoon en droog gemaakt. Onder tussen onderzochten de commandant, ie lui tenant ter zee A. Frackers, en zijn tweede man, 2e luitenant ter zee A. Gelderman, een geval van diefstal, die 's nachts aan boord was gepleegd. De verdachte was matroos 3e klas Pasch. Om vijf uur 's middags ontvingen de opvarenden hun tractement en mochten daarna passagieren. 's Avonds om half negen stond iedereen weer present op het appèl. Bij zonsondergang werd de vlag neergehaald en om negen uur 's avonds werd taptoe gebla zen. De gehele volgende dag - zaterdag - werd besteed aan een grondige schoonmaak beurt van het schip. Er werd geschuurd met zand, de dekken werden gepoetst en ook de batterij werd flink onderhanden genomen. Stokers en machinisten pleegden onderhoud aan machines en gereedschappen. Bij het droogmaken en het afnemen van de beschot ten kregen ze opnieuw assistentie van een vijftal matrozen. Na theewater mocht de be manning weer passagieren. Wat er daarbij precies is voorgevallen, zullen we niet meer te weten komen, maar 's nachts moest de ma troos 3e klas J.M. Dikken naar het hospitaal gebracht worden 'wegens verwonding door de politie', zoals het logboek enigszins raad selachtig vermeldt. Zondag ging het schrobben, poetsen en schu ren verder. Ook de machinekamer werd gron dig onder handen genomen, het water in de stoomketels op peil gebracht en de stook plaatsen in gereedheid gebracht voor het ont steken van de vuren. Ziekenoppasser CJ. Könemann, die voor een boodschap de wal was opgestuurd, had een adresje te veel be zocht en kwam met een stuk in de kraag terug aan boord. Het kostte hem drie dagen hutar rest met waarneming van dienst. Om negen uur trad de bemanning aan in uitgaanstenue. Na baksgewijze inspectie van schip, tuig en equipage mochten de mannen de wal op. De volgende dag kwamen er drie nieuwe matro zen aan boord. Ze waren afkomstig van het schroefstoomschip Koninging Emma en kwa men de plaats innemen van drie matrozen van de Mosa die naar de Emma waren overge- 44 ^utphen - 2012/2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2012 | | pagina 12