7
Het hoofdaccent van de atlas valt echter niet
op de geschiedenis van de stad maar op haar
materiële ontwikkeling, dus op de manier
waarop zij door de eeuwen heen fysiek vorm
heeft gekregen in wisselwerking met de
geografische ruimte, haar omgeving. Voor Zut-
phen is dat een bijzonder relevante benade
ring. Volgens recent onderzoek is de IJssel
namelijk lang niet zo oud als wij dachten; ze
liep langs Zutphen enkele eeuwen lang heel
anders dan wij nu gewend zijn en ze was veel
breder. Ook de oude, prehistorische Berkel
heeft sindsdien een reeks gedaanteverwisselin
gen doorgemaakt; het riviertje dat nu door de
stad loopt, is grotendeels mensenwerk. De
waterige omgeving heeft de stad ook haar
naam gegeven: Sutfenne in de meest gangbare
oude vorm. Vermoedelijk verwijst die naam
niet zozeer naar veen als wel naar drassige
grond en moerasland. Bewoning was daar
lange tijd alleen goed mogelijk op hoger gele
gen gronden, zoals een rivierduin, een enk, of
wat hier met enig eufemisme een 'heuvel'
wordt genoemd: denk aan de Bronsbergen,
het Helbergen en de Hogewest in het zuiden.
Maar ook de verdediging van de stad is tot na
de Tweede Wereldoorlog heel nauw met haar
ligging en het water verbonden gebleven.
Detail van de maquette (gemaakt door Constant
Willems) van Zutphen zoals de stad er omstreeks
1 180 uitgezien kan hebben. Op de voorgrond de
Berkel, het haventje en de omwalling met tufste
nen torens en de oostelijke stadspoort in de
Beukerstraat. Op de achtergrond de IJssel.
Deze kaart van Jacob van Deventer (ca. 1565)
toont de geestelijke gebouwen - parochiekerken
('templum'), kloosters en kapellen - van het mid
deleeuwse Zutphen. Het franciscaner klooster
Galilea en het leprozenhuis Sint-Jurriën liggen
buiten het beeld. (Stedelijk Museum Zutphen)
^utphen - 2012/1