Nieuwe aandacht voor de
historische cultuurstad
Cultuurstad met een rijk verleden
5
voorwaarde voor de blijvende bloei van de
stad als een historisch gegroeid cultuurgoed.
Voor Zutphen geldt dat als voor weinig an
dere steden in Nederland. Zutphen is al
vroeg als een historische cultuurstad her
kend, zeker sinds het midden van de negen
tiende eeuw, toen de modernisering van de
oude, uit hun voegen barstende steden tege
lijk om aandacht voor het met sloop be
dreigde cultuurgoed uit het verleden riep.
Buitenlandse bezoekers zoals de Fransman
Henry Havard (1838-1921) spraken in lyri
sche woorden over het pittoreske karakter
van het oude Zutphen. 'Zutphen is een van
de schilderachtigste steden', schreef Havard
in 1876, nadat hij de stad grondig had ver
kend en de geschiedenis ervan had bestu
deerd; in de verte lijkt zij 'een zeer bewogen
meer van rode daken' en maakt zij de schil
der 'waanzinnig van genot'.6
Zowel binnen als buiten Zutphen ging men
zich dan ook tegen de toenemende 'stede
schennis' van de slopers verzetten. Jonkheer
Victor de Stuers, referendaris voor de Kun
sten en Wetenschappen, eigenaar van het
landgoed De Wiersse onder Ruurlo en auteur
van het geruchtmakende Gids-artikel 'Hol
land op zijn smalst', dat in 1873 fel uithaalde
tegen de sloopzucht, maakte zich als een van
de eersten sterk voor het behoud en de res
tauratie van waardevolle monumenten in het
als een historisch rijke stad gewaardeerde
Zutphen.7 In het bijzonder adviseerde hij bij
de romantiserende restauratie van de Droge-
napstoren door Pierre Cuypers in 1891 en
van de laatmiddeleeuwse gevel van de oude
Vleeshal (nu de Burgerzaal) door diens zoon
Joseph Cuypers in 1896/97.
De Drogenapstoren deed na de restauratie van
1891 dienst als watertoren. De 'historische' hoek
torentjes en dito dakkapelletjes op de hoofdtoren
zijn ontsproten aan het brein van Pierre Cuypers.
(Stedelijk Museum Zutphen)
In de omgang met het lokale cultuurgoed
door het Zutphense stadsbestuur is weliswaar
een reeks hoogte- en dieptepunten te herken
nen - met als diepste dieptepunt vermoede
lijk de naoorlogse kaalslag rond de Berkel en
op de Nieuwstad - maar als geheel moeten we
toch stellen dat Zutphen vroeger en ook
meer dan vele andere steden actief aandacht
heeft besteed aan het behoud van het cultu
rele erfgoed. Het Wijnhuisfonds, door het ge
meentebestuur zelf opgericht, houdt al sinds
1927 de vinger aan de pols van het gebouwde
erfgoed. Het zegt veel dat die stichting in
2009 een prijs heeft ingesteld, de Paltsprijs,
voor particuliere restauraties die van liefde
voor het erfgoed en inzicht in een harmoni-
^utphen - 2012/1