zonder voor de laatste twee eeuwen, waarvan
niet eerder een goed overzichtsbeeld was ge
schetst. De enig andere grote stadsgeschiede
nis, sterk verouderd qua opzet maar nog
steeds in verschillende opzichten onmisbaar
- die van de stadsarchivaris R.W. Tadama -
houdt immers in 1795 op.5
Maar ook in de stad zelf hebben de geschied
beoefening en het historisch besef een bre
der draagvlak gekregen. Historisch erfgoed
kan alleen bewaard blijven als ook de nieuwe
generaties zich er voortdurend voor blijven
inzetten, en als er telkens weer een band tus
sen het heden en het verleden wordt gelegd.
De betrokkenheid van inwoners zowel als van
nieuwkomers in een stad bij de overdracht
van haar geschiedenis en van ervaring van
haar historische rijkdom is een wezenlijke
Zutphens Venetië: 'Gezicht op Berkel en Dieser-
brug', olieverf van K. Boom, 1888.
(Stedelijk Museum Zutphen)
gebeurtenissen (de Tweede Wereldoorlog)
en min of meer anekdotische verhalen. De
atlas uit 1983 is met liefde, zorg en een zeer
grote kennis van zaken samengesteld, en en
kele grote kaarten daaruit blijven ook in de
toekomst hun nut behouden, maar de laatste
twee eeuwen worden er feitelijk beschouwd
als een periode zonder geschiedenis.
De geschiedschrijving heeft echter niet stilge
zeten. In 1989 verscheen de Geschiedenis van
Zutphen, een van de eerste grote nieuwe stads
geschiedenissen van de laatste dertig jaar.4
Dat boek heeft ons inzicht in de ontwikkeling
van de stad ingrijpend vernieuwd, in het bij-
4 ^utphen - 2012/1