Boeiende zoektocht naar een
verdwenen stad
Niek Megens*
Het bombardement van
14 oktober 1944
17
Een stad is nooit statisch. Ze verandert door de eeuwen heen telkens van gedaante.
Dit geldt ook voor de historische, monumentale stad Zutphen; hoewel het soms lijkt
alsof de tijd er heeft stilgestaan, getuige de rijke hoeveelheid aan oude panden, die de
stad met hun sierlijke gevels zo geliefd maken bij toeristen. In Zutphen kun je nog door
middeleeuwse hofjes slenteren en zwelgen in nostalgie. Probeer dat maar eens in
Gelderse steden als Arnhem, Nijmegen of Doetinchem, steden die door oorlogs
handelingen hun historische hart goeddeels zijn kwijtgeraakt.
Het vooroorlogse stationsplein, met Manus als blikvanger. (Stedelijk Museum Zutphen)
Zutphen lijkt die dans op het eerste gezicht
te zijn ontsprongen. De argeloze toerist weet
echter niet wat hij allemaal moet missen. Dat
weet zelfs de gemiddelde inwoner van Zut
phen niet, tenzij hij of zij boven de - laten we
zeggen - zeventig is. Oudere Zutphenaren
kunnen zich de voormalige stationsomgeving
nog levendig voor de geest halen. Om maar
niet te spreken van de bruisende Barlheze, de
statige Rozengracht en verdwenen straatjes
als de Apenstert. Van dat alles is vrijwel niets
meer over. Dat heeft niet alleen te maken met
het dramatische bombardement van 1944,
maar ook met de naoorlogse opvattingen
over stedenbouw. Daarover later meer.
Op de redactie van dagblad de Stentor werd het
bombardement weer een issue in september
2009. Immers, op 14 oktober 2009 zou het 65
jaar geleden zijn dat Zutphen werd opge
schrikt door geallieerde vliegers, die hun
bommen niet op de IJsselbrug maar per abuis
^utphen - 2012/1