Standzoontje Eigenaren den hiervan diverse constructiedelen terug die in verband hadden kunnen staan met zo'n kapconstructie. De beide tekeningen, die onderdeel vormen van het uiteindelijke verslag van dit onderzoek, laten zien wat er hoogstwaarschijnlijk gebeurde. Afb. 3 laat een dwarsdoorsnede zien over de kap van het linker pand in de huidige ge daante. Hierop is te zien dat het linker ge deelte van de kap steunt op een bijzondere constructie die we in Zutphen niet zo veel meer aantreffen. Het gaat hier om een plat balkje op de muur die het uiteinde van een dakspoor draagt en een klein verticaal balkje daarboven. We noemen dit geheel een standzoontje. Deze standzoontjes zijn typische kenmerken van vroege kapconstructies. Hier door was onze belangstelling meteen al gewekt. Een van die standzoontjes heeft een verticaal balkje dat voor de muur langs loopt, uiterst links is dat op de tekening te zien. Op deze plaats staat bij een makelaarskap ge woonlijk de verticale makelaar midden op de zoldervloer, zoals dat bij de als voorbeeld genoemde panden nog steeds is te zien. Die makelaar met zijn daaraan verbonden con structieonderdelen heeft waarschijnlijk plaats moeten maken voor de wijzigingen in 1480. Hij werd vervangen door de nu aanwezige dwars geplaatste spanten. Hoe de kap er mogelijk kan hebben uitgezien laat afb. 4 zien. In het midden van de teke ning is de verticaal geplaatste makelaar te zien, die als een soort mast midden op de zol der heeft gestaan, met daar vandaan allerlei vertakkingen, die de kapconstructie vorm den. In de door de werkgroep geschreven pu blicatie Van kelder tot kap wordt veel dieper op deze constructie ingegaan dan in de context van dit artikel wenselijk is. Wie zou er nu verantwoordelijk zijn geweest voor de wijzigingen in het pand? Tot de vaste taken van de werkgroep behoort het vast stellen, indien mogelijk, wie de eigenaren waren in de loop der tijden. Daartoe wenden wij ons tot het zeer rijke archief van Zutphen, meestal met succes. Ook nu was het mogelijk een overzicht te maken van de eigenaren - meestal waren dat ook de bewoners - wat ons een aanknopingspunt gaf iets te zeggen over de verbouwingen. De eerste vermelding werd gevonden in 1456. Het pand was toen eigendom van An- dries Schimmelpenninck en zijn vrouw Katha- rina Spaen. In 1473 werd het verkocht aan zijn broer Johan en diens vrouw Lamme. In 1507 blijkt Johan dit huis nog steeds te bezit ten. We zijn dan aanbeland in de periode dat het huis volgens het jaartal 1480 werd ver bouwd. Aangezien het rechter pand dezelfde kapconstructie heeft als het achterste deel van het linker pand na de verbouwing van 1480, mag voorzichtig worden aangenomen dat Johan de beide panden in zijn bezit had en ook de verbouwer van het geheel is. In 1794 werden deze panden aangekocht door Jacoba A.H.B. baronesse van Heeckeren tot Enghuizen en haar zuster Florentina Maria. Mogelijk zijn die zusters familie van de schat rijke Hendrik J.CJ. baron van Heeckeren van Enghuizen, die samen met zijn echtgenote Elisabeth Williams Hope in 1835/1842 het neoclassicistische buitenhuis Enghuizen bij Hummelo liet bouwen door de Arnhemse architect J.Coers. Binnen het kader van dit illustere gezelschap is het zeer wel denkbaar dat de deftige gevel voor het pand Zaadmarkt 93 zijn huidige gedaante heeft gekregen. Het volledige verslag over dit pand met teke ningen is te vinden op de site van de Histori sche Vereniging in de Databank van de Werkgroep Bouwhistorie. ^utphen - 2012/1

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2012 | | pagina 16