zoveel geld te besteden als een even groot
garnizoen pontonniers. Het antwoord van
minister Forstner van Dambenoy was hel
der. Van overplaatsing van de pontonniers
kon geen sprake zijn, maar Zutphen kreeg
dat cavaleriegarnizoen: erbij, en wel op
korte termijn!
Je zou denken dat het stadsbestuur ernstig
rekening hield met een positief antwoord
op zijn verzoek. Maar in de eerste maan
den van 1854 bleek daar niets van. Er lag
geen draaiboek klaar dat de kazernering
van de dragonders en de stalling van hun
paarden regelde. Er moest dan ook flink
geïmproviseerd worden toen het zover
was. Dat ging nogal eens ten koste van
burgers. Enigszins ter verontschuldiging
van de bestuurders geldt dat het Ministerie
van Oorlog niet wenste te wachten tot de
nieuwe stallen en manege, die het stads
bestuur in het vooruitzicht had gesteld,
gereed waren.
Aanvankelijk was niet helemaal duidelijk
hoeveel dragonders er naar Zutphen zou
den komen. In ieder geval kwamen de re
gimentsstaf en het depoteskadron. Tijdens
een onderhoud dat burgemeester O.L. van
Limburg Stirum had met de minister van
Oorlog, kreeg hij alvast te horen dat er op
tweehonderd paarden gerekend moest
worden ais er één veldeskadron mee naar
Zutphen kwam. Bij twee veldeskadrons
kon dat aantal oplopen tot wel driehon
derdtwintig paarden, schatte de minister.
Tijdens hetzelfde onderhoud toonde de mi
nister zich bijzonder ingenomen met Zut-
phens nieuwbouwplannen. Die zouden de
stad weer aantrekkelijk maken als garni
zoensplaats voor de cavalerie. De nieuwe
stallen waren berekend op tweehonderd
tachtig paarden en, indien nodig, kon met
geringe meerkosten de capaciteit worden
uitgebreid. Vervelend was alleen dat de
bouw nog moest beginnen nu de dragon
ders al in aantocht waren.
S---2
4
M
3
Éi
Uitsnede van een plattegrond uit 1741 door I. Tirion. De dan net gebouwde landsstallingen bevinden
zich even buiten de stadsmuur op de latere Paardenwal (m, midden boven). Andere markeringspunten
zijn de Sint-Janskerk (b), met links daarvan het voormalige IJzendoornconvent, het latere kledingma
gazijn en de Walburgiskerk (a). (particuliere collectiemet dank aan Michel Groothedde)
102 ZUTPHEN