een aureool of nimbus met daarin de tekst Ego sum viaVeritas et vita (Johannes 14:6): Ik ben de weg, de waarheid en het leven/ Het gelaat van Christus is levendig en vitaal. Hij heeft een gezonde, gebruinde teint, vle zige lippen en een flinke neus met daarbo ven heldere blauwe ogen, die ons scherp aankijken. Het is iemand die vriendelijk heid en vertrouwen uitstraalt, iemand door wie je je inderdaad de weg laat wijzen. In zijn linkerhand houdt hij de wereldbol met daarop een kruis. Zijn rechterwijsvinger wijst parmantig en resoluut naar boven. Hij is gekleed in een groenblauwe tunica, ge centreerd daaronder piept de rechtervoet naar buiten. De zware plooien worden met een lange speld bijeengehouden. Naar de lichaamsvormen daaronder moeten we ra den. Het lichaam is niet realistisch gepro portioneerd: de lichaamslengte is in verhou ding met het gezicht te klein. De manier waarop de rechterarm gekromd wordt, ziet er enigszins onbeholpen uit, maar in de tijd waarin het beeld gemaakt werd, hadden meer meesters moeite om een gebogen arm natuurgetrouw uit de kleding te voorschijn te laten komen. Schilderbeurt Het beeld is in goede staat, evenals de poly chromie. De beelden in de Librije hebben meer dan eens een schilderbeurt onder gaan, waarschijnlijk rond 1900 bij de res tauratie onder leiding van P.J.H. Cuypers (1827-1921) of na de oorlog) maar in ieder geval in de jaren tachtig van de vorige eeuw.2 Misschien zijn de kleuren nu helder der dan ze ooit geweest zijn. In de kerkboe ken kunnen we lezen dat beeldsnijder Wil helm voor de Salvator 22,5 Brabantse stui vers ontving, voor vier dagen werk. Dat is snel verdiend, en misschien komt het daar door dat het beeld een ietwat onbeholpen stijl vertoont. De klassieke vormen, die on der invloed van de renaissance populair werden, zijn behalve in de plooival van de tunica nog niet zichtbaar. Contrareformatorisch De grote man achter de plannen voor de Li brije en het verzamelbeleid ervan was de vrome kerkmeester Conrad Slindewater, ju rist en alumnus van de Keulse universiteit. Hij wilde dat de gebruikers van de biblio theek gesterkt zouden worden in het ware katholieke geloof, tegen de leer van de her vormers. Hij overleed in 1559, nog voordat aan de bouw begonnen was. Zijn vriend, de kerkmeester Herman Berner, zette zijn werk voort en werd ook verantwoordelijk voor de aankoop van nieuwe boeken. Van deze transacties zijn rekeningen overgeleverd. In de in 2008 uitgegeven nieuwe catalogus van de Librije blijkt dat er tussen 1561 en 1564, de jaren waarin ook in de Nederlan den het humanisme bloeide, een middel eeuwse kloosterbibliotheek werd gevestigd, zowel wat de vorm en aankleding als de boekencollectie betreft. Bijbelexegese en commentaren, teksten van kerkvaders, wer ken met debatten over de christelijke leer gericht tegen de ketterse bewegingen be heersten de verzameling. De intentie was duidelijk contrareformatorisch; Berner had niets op met moderne bewegingen zoals die van de Moderne Devotie.3 Over de aan de beeldsnijder verstrekte op dracht zijn geen details bekend; de bronnen spreken alleen over de betalingen die Wil helm voor de Salvator kreeg.4 In het licht 2 Vriendelijke mededeling George Hartman (2010). 3 Renting Renting-Kuijpers, 2008, inleiding bij de catalogus: De geschiedenis van de Librije. 4 Twee maal komt er een vermelding voor die Wilhelms betrokkenheid bij de Salvator en andere figu ren bevestigen. RAZ, arch.nr. 62, inv.nr. 277, rekening van kerkmeester Herman Berner, 1560-1564 (buitenrek.), fol. 119v. (1563): 'Die zijt geloond, meister Wilhelm Beldesnijder 6 daege die grabbe steen ende salvator op die pilare' en 'geloont master den beldsnijderpilaster en an die figure'. In fol. 116v en 162v. worden de betalingen voor de puimten beschreven. ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2011 | | pagina 4