REGINA BENNINK
Tegenwoordig lopen we er makkelijk aan voorbij, maar in de vijftiende en zestiende eeuw
stonden de kerken er vol mee: beelden waarin het leven van Jezus, van Maria, of de be
proevingen van apostelen en heiligen in vorm en kleur werden uitgebeeld. Ze riepen op
tot meeleven en werden beschouwd als de meest directe verbinding met het hogere, het
onaanraakbare: de hemel. Hoewel het merendeel is vernield of verdwenen, zijn nog prach
tige voorbeelden bewaard gebleven. Voor wie zijn oog erop laat vallen, openbaart zich een
vrolijk versierde wonderwereld vol tegenstellingen, zoals dit curieuze voorbeeld: de Chris
tus Saivator in de Librije (zie de afb. op het omslag).
Wie over het boekenbezit in de Librije iets
te weten wil komen, staat een schat aan
bronnen en informatie ter beschikking. Dit
in schril contrast met de daar aanwezige
sculpturen van Meester Wilhelm de Bel-
desnyder; zo wordt de verder anoniem ge
bleven meester genoemd in de rekeningen
van de kerkmeesters. Die rekeningen zijn
bewaard gebleven in het stadsarchief, waar
door de ontwikkeling van de bouw van de
Librije goed is te volgen.1
De Librije werd gebouwd tussen 1561 en
1564. Eerst werden eikenhouten lessenaars
(ook lectrijnen of puimten genoemd) ge
plaatst en voorzien van laatgotisch beeld
snijwerk; daarna werden glas-in-loodramen
in de vensters geplaatst. De pilaren en ge
welven werden voorzien van gesneden figu
ren uit zachte steen.
Onheil?
De betekenis van de meeste figuren aan
wanden, pilaren en kraagstenen in de Li
brije zijn voor het merendeel goed te dui
den. De heiligen hebben hun vaste attribu
ten, die voor de vrome middeleeuwer ge
makkelijk te begrijpen waren. Een man met
baard en een sleutel in de hand: dat móet
Petrus zijn. De evangelisten zijn herkenbaar
aan hun vaste symbolen. De martelaren
dragen het dodelijke instrument waarmee
ze geslachtofferd werden. Kraagstukken
werden traditiegetrouw geprofileerd en van
een ornament voorzien, vaak met florale
motieven. Van sommige afbeeldingen is de
betekenis raadselachtig of dubbelzinnig. We
weten niet wie of wat ze precies voorstel
len.
Een van de beelden wordt aangeduid als de
Christus Salvator Mundi, 'Christus als Ver
losser, Zaligmaker van de Wereld'; het is
een voorstelling van Christus die opgestaan
is uit de dood. Met de wereldbol in zijn lin
kerhand is hij de redder van de wereld. Het
beeld roept vraagtekens op.
Waarom staat het daar? Waarom op die
plaats? Waarom kijkt hij zo vriendelijk en
heft tegelijkertijd een waarschuwende vin
ger op, terwijl hij op de gangbare voorstel
lingen een vriendelijk zegenend gebaar
maakt? Hij lijkt ons te waarschuwen voor
iets. Dat is intrigerend. Welk onheil hangt
ons boven het hoofd bij het betreden van de
Librije? Op de zogeheten Christuspilaar
zien we een reliëfvoorstelling met de Chris
tusfiguur ten voeten uit. Om Christus' hoofd
1 Dit bouwproces is in 1903 door K.O. Meinsma gedocumenteerd in de inleiding van zijn catalogus.
ZUTPHEN
Een bijzo bi de re Christus Salvator
in de Librije