Het voormalige Burgerweeshuis op het Rijken-
hage. (foto: Stedelijk Museum Zutphen)
de Rosmolensteeg.4 Ook deze werd in 1896
flink verbouwd5, maar desondanks bleven
beide kazernes eigenlijk ongeschikt voor
huisvesting van meer of minder zwaarge
wonden en zieken, van wie velen bedlege
rig waren.
De strijders van Tjakra Negara en Mataram
verdienden beter.
Geld in Zutphense laatjes
Om de Koloniale Reserve voor langere tijd
aan zich te kunnen binden, besloot het ge
meentebestuur het kazerneringsprobleem
structureel aan te pakken. Uit eigen midde
len kocht de stad in 1895 voor veertigdui
zend gulden het voormalige Burgerwees
huis op het Rijkenhage.6 Om het voor lege
ring van zieken geschikt te maken was een
flinke verbouwing noodzakelijk. Toen deze
gereed was, werden eerst nog de kolonialen
uit de Latijnsche School er gehuisvest, om
daar de verbouwing ter hand te kunnen ne
men. Eind 1896 konden dezen terug. De
bedlegerige en zwaargewonde reconvales
centen bleven in het Burgerweeshuis, de
ambulanten en lichtere gevallen gingen
naar de Latijnsche School en de Waliënka-
zerne.7
Het departement kreeg het Burgerweeshuis
gratis in bruikleen op voorwaarde dat de
sterkte van het koloniale garnizoen ten min
ste driehonderd man zou bedragen.8 Dit
moest garanderen dat voldoende gelden
zouden terugvloeien naar de stad en haar
inwoners. Al zijn de inkomsten niet meer
exact vast te stellen, de investering is ruim
schoots terugverdiend. Alleen al aan voe
ding werd een veelvoud van dit bedrag uit
gegeven, zoals de volgende schatting laat
zien.
Aan voeding voor de reconvalescenten gaf
het Departement van Koloniën 0,30 per
man per dag uit, plus nog eens 0,06 voor
brood.9 In de periode 1895-1901 schom
melde de sterkte van het koloniale garni
zoen tussen 228 en 513 man, het vaste per
soneel niet meegerekend. De voedingsuit
gaven moeten in die periode - waarin het
departement gratis beschikte over het Bur
gerweeshuis - dus ruim 350.000 hebben
bedragen.10 Daar kwamen nog bij uitgaven
voor brandstof, water en licht, kleding, ver
bouwing en onderhoud kazernes, soldij en-
4 Tegenwoordig deel van het Stedelijk Museum; in de 'Regeling van den Krijgsdienst', bijlage bij de
Handelingen der Tweede Kamer 1890-1891, werd de toestand van deze kazerne als 'zeer slecht'
gekwalificeerd. Geraadpleegd op www.statengeneraaldigitaal.nl.
5 Ria Gresnigt e.a.: Lopen door het verleden van het Barlhezekwartier. Negen eeuwen geschiedenis
van een Zutphense wijk. Zutphen, 2007, p. 190.
6 Dit gebouw werd in 1953 afgebroken om het Rijkenhage door te trekken naar de Berkelsingel.
7 Regionaal Archief Zutphen (RAZ), archiefnr.142 (Gimberg), inv.nr. 203.
8 RAZ, arch.nr. 2, inv.nr. 86, raadsnotulen 1895 (notulen 3 september).
9 In begrotingen van het Dep. van Koloniën wordt soms ook 0,33 of 0,34 genoemd; bovendien
was het bedrag voor onderofficieren aanzienlijk hoger, in 1893 bijvoorbeeld 0,55; wij hanteren
het bedrag van 0,30 p.m.p.d.
10 In de Koloniale Verslagen 1895-1901 (geraadpleegd op www.statengeneraaldigitaal.nl) vinden we
de opeenvolgende sterktes 228, 332, 513, 467, 407, 464 en 281. Eventueel verloop van de garni
zoenssterkte binnen een jaar negeren we, evenals schrikkeljaren. Ook tellen we het vaste personeel
niet mee. We berekenen dan: (228 332 513 467 407 464 281 365 (0,30 0,06)
353.728,80
ZUTPHEN