JACOB RIEMENS De meeste predikanten van Zutphen van na de Reformatie zijn vergeten, al leeft een enke le naam nog voort als deel van een eigennaam, zoals die van Baudartius. Dit is deel B3 van een artikel over de lutherse predikant Jacob Nieuwenhuis, die leefde van 1777 tot 1857. Nieuwenhuis verbond zich aan Zutphen op 2 februari 1800 en bleef hier tot oktober 1803. hoe hij een krankzinnig geworden kraam vrouw tot bedaren wist te brengen. Iets der man was aan het malen gegaan over de vraag of hij wel zalig zou kunnen worden. Deel I over Jacob Nieuwenhuis is versche- baten, gij gelooft toeft niet, dat er 6eze- nen in Zutphen 1-2011. Daarin is te lezen tenen van den duivel zijn?' 'Zijt gij er dan één van/ vroeg ik {en i u°,r, waarom zou ik dat niet qelooven?} gelijks gebeurde ook bij een half krankzin- nigen sergeant, een braaf, eerlijk en gods- (Ja, maar al geloofdet gij dat, gij kunt dienstig Duitscher, die geen kerkgang ver- toeft den duivet niet verdrijvend zuimde'. Hierbij speelde een duiveluitban- 'En waarom niet?' vroeg ik, 'zijn wij ning een rol van pastorale betekenis. De niet de opvolgers der apostelen? Heeft ons niet Jems de magt gegeven om op Hij had een poging At zelfmoord gedaan sÜm9m m schorpioenen te treden, en door zich te verdrinken, maar was uit het den Satan te doen vallen, als een blik- water gehaald en in bed gelegd. Toen moest semuit den ftemeC? Hebben wij Lutfter- de dominee het oplossen. Deze tekende het scfa>n geen formulier van den duivets- 6 an? Maar mijn vriendl wie is groot er in magt; de duivet of onze lieve HeerV (Wel de laatste/ was zijn antwoord!, die heeft den dnivet geschapen en zijn geweld,J Juist zoo/ hernam ik, 'maar hoe weet gij dat de duivel uplaagtV 'Ach, Dominé/ zeide hij, 'ik zal het u volgende aan over deze gebeurtenis: Wetdra was ik bij hem, vond hem te bed en zeer 6enauwcf. 'Zijt gij al leen, Dominé?/ vroeg ftij, 'of is er nog iemand op de kamer?' Den hospes wenkendedat hij zou heengaanant woordde ik: 'wij zijn nu alleen; maar wat witt gij mij zeggen?} 'Ach, Dominé, zeggen, maar is de deur wel toe? en ik heb u veel te zeggenmaar s luit de deur eerst toe.' hoort ons niemand? Op mijne verzekering dat wij alleen Ik deed zulks en ziende dat er een groot waren en de deur gesloten was, begon zakmes op zijn tafeltje lagnam ik dat ftij nu te vertellen. weg en vroeg ftem: 'welnu, wat hebt gij 'Ik heb mij willen verdrinken omdat ik mij te zeggen?} 'Ach zooveell maar wat zal het mtj zijn plagen niet langer kon uithouden. Men heeft mij uit ftet water geftaatct, ZUTPHEN Jacob Nletjweiihtji^ luthers predikant In Zutphen (II)

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2011 | | pagina 14