nederlaag kon de machtige Spaanse koning
niet op zich laten zitten. Alva, de opperbevel
hebber van Philips II, stuurde in november
1572 zijn zoon, Don Frederik, naar Zutphen
om de stad te heroveren. Om ervoor te zorgen
dat geen enkele andere Nederlandse stad zich
zou overgeven aan de staatse rebellen, gaf Al-
va zijn zoon de instructie geen mens in leven
te laten en een deel van de stad in de as te
leggen. Later schreef Al va aan koning Philips
II, dat zijn soldaten iedereen die ze tegenkwa
men de keel doorgesneden hadden. Vermoe
delijk hadden de meeste inwoners wel op tijd
een veilig heenkomen gezocht, maar dat er
gruwelijke gewelddadigheden hebben plaats
gevonden, is buiten kijf. Volgens schattingen
werden zo'n vijfhonderd mensen vermoord
bij deze herovering.3 Na de inval bleef een
deel van het Spaanse leger in Zutphen gele
gerd.
Onrust en ellende
Legers in en om de stad brachten veel onrust
en ellende met zich mee. Om te beginnen
bestond een leger vaak uit een samenraapsel
van huurlingen van verschillende nationali
teiten zonder band met de streek. Zij voch
ten dan ook niet uit idealisme maar voor de
best betalende krijgsheer. Deze betaling was
laag en onregelmatig. Soldaten hadden er
dan ook geen enkele moeite mee om 'bij
te verdienen' met plunderen en roven. En
niet alleen de gewone soldaat eiste geld en
goederen op, ook officieren schuwden
Zutphen door Don Frederik ingenomen, 16 november 1572. Ets van Frans Flogenberg.
(collectie Stedelijk Museum Zutphen)
3 R.W. Tadama, Geschiedenis der stad ZutphenSchiedam 1976, p. 205
4
ZUTPHEN
'tien 'TzrjJtrfo
trif»