Fragment uit een doopboek van de lutherse gemeente. De tekst is van de hand van de opvolger van
Jacob Nieuwenhuis. Het doopboek berust in het archief van de evangelisch-lutherse gemeente
Zutphen. (foto: Jan Frings)
voorgeschreven, maar dien wit zij niet
innemen voordat fiet kind gedoopt isDoet
dan maar eert schijndoop, ik kan het nader
hand stil in de kerk doen doopen}
Ik bedacht mij een oogenhlik en ging mede
Vóór het bed der kraamvrouw gekomen zag
ik, dat ze met een 6 lijmoedig gelaat oprees,
zeggende:Goddank'. Gij wilt mijn kind
doopen, goede Dominé; kom, baker, maak
alles gereed, hoe eer hoe liever,J 'Ik zal het
doen/ zei ik, 'maar onder ééne voorwaarde:
dat Gij eerst uw drankje inneemt en dan
zal ik het kind doopenZij deed de belofte,
ik deed een gebed en doopte het kind
Daarop schonk ik zelf het drankje in Zij
zag mij weenende aan en nam het in Ik
nam afscheid en ging naar huis
De vrouw herstelde en kwam sinds die tijd
geregeld bij Nieuwenhuis aan huis met haar
kindje op de arm. Telkens zei ze blij te zijn
dat haar kind door hem gedoopt was. Van
een latere doop in de Walburgiskerk kwam
niets terecht.
Nieuwenhuis vertrok naar Utrecht. Ds. Mat-
thes werd zijn opvolger en kreeg met deze
doop te maken. De vrouw hoorde bij toeval
dat het maar een schijndoop was geweest -
het kind was dus eigenlijk nog niet gedoopt.
Ze zou opnieuw krankzinnig geworden zijn
als men niet direct in de doopboeken had
gecontroleerd of de naam van het kind werd
vermeld. Ds. Matthes zag dat dit niet was ge
beurd en doopte het kind alsnog en gaf haar
een doopbewijs mee.12 Wat er verder ge
beurde, bleef onvermeld.
12 De Hervormde Kerk kende geen doop dan te midden van de gemeente, groot of klein.
ZUTPHEN
23
r ':-£ l Itse-tef f*.
f.i fu± «<-<<*+- L - J--d'"
fauAAiCZ 'Aire
4- --
?V.
-6
iCitAu
o.